Normale rouw bestaat niet
Over anticiperende rouw en gecompliceerde rouw
Soms spreken mensen over rouw, maar ook de begrippen ‘anticiperende rouw’ of ‘gecompliceerde rouw’ komen voor. Wat betekenen die woorden? Hieronder de definities van die drie begrippen.
Rouw
Rouw is het geheel van lichamelijke, emotionele, cognitieve, spirituele en gedragsmatige reacties die optreden na het verlies van een persoon met wie een betekenisvolle relatie bestond.
Een hele mond vol! Het komt er in de praktijk op neer dat de rouw zich na een verlies op allerlei manieren kan uiten. De ene persoon is verdrietig en ervaart geruime tijd de totale zinloosheid van het leven. De andere persoon voelt zich opgelucht, en kan relatief eenvoudig aanvaarden dat mensen nou eenmaal doodgaan. Iedere persoon rouwt op zijn eigen manier. Je kunt dus nooit zeggen dat iemand ‘fout’ rouwt. Daarmee is ook gezegd dat ‘normale’ rouw niet bestaat. Er zijn geen normen of regels voor.
In de maatschappij bestaan helaas wel enkele hardnekkige gedachten over hoe rouw eruit behoort te zien. Of hoelang het duurt. Denk daarbij aan gedachten als ‘Het eerste jaar is het ergste’. Of: ‘Wie in rouw is, kan niet naar een feestje gaan.’ Ben je zelf in rouw? Laat je dan niet beïnvloeden door wat ‘men’ erover zegt.
Anticiperende rouw
Anticiperende rouw is een vorm van rouw die kan voorkomen als de tijd het toelaat om op de dood van een dierbare te anticiperen. Er is dan bij voorbaat verdriet om een toekomstig verlies. Dit is bijvoorbeeld aan de orde bij mensen die een ouder aan dementie verliezen. De persoon met dementie ‘verdwijnt’ als het ware, naarmate de tijd vordert. De naasten kunnen anticiperende rouw ervaren, onder meer omdat de persoon met dementie hen niet meer herkent.
Gecompliceerde rouw
Er is sprake van ‘gecompliceerde’ (of complexe) rouw als er problemen zijn met de verwerking van het verlies. De kenmerken die bij rouw horen blijven bij voorbeeld voor lange tijd bestaan, en nemen in intensiteit niet af.
Het verschil tussen ‘gewone rouw’ en ‘gecompliceerde rouw’ zit ‘m dus vooral in de voortgang van de rouw. Rouw kan gepaard gaan met uiteenlopende reacties. Van verdriet tot angst, van woede tot onverschilligheid. Uitgangspunt bij ‘gewone rouw’ is dat de intensiteit van de reacties afneemt naarmate de tijd vordert. Daaraan valt geen vaste periode te koppelen. Als iemand na drie maanden nog last heeft van slaapproblemen, of na zes maanden van huilbuien, of na een jaar van weinig eetlust, wil dat niet zeggen dat er geen sprake meer is van ‘normale’ rouw. Waar het om gaat, is dat de reacties op rouw na verloop van tijd minder sterk aanwezig zullen zijn en minder invloed zullen hebben op het dagelijkse leven van de rouwende. Is daar echter geen sprake van, hebben mensen het idee dat ze vastzitten in de rouw (of: stilstaan), dan kan mogelijk geconstateerd worden dat er sprake is van ‘gecompliceerde rouw’.
In handboeken voor psychiatrische diagnosen krijgt die ‘gecompliceerde rouw’ verschillen namen: persisterende complexe rouwstoornis (PCRS; Engels: Persistent Complex Bereavement Disorder, PCBD) of langdurige rouwstoornis (Engels: Prolonged Grief Disorder, PGD).
Komt gecompliceerde rouw vaak voor?
De verhouding tussen ‘gewone’ rouw en ‘gecompliceerde’ rouw is regelmatig onderwerp van onderzoek geweest. In het algemeen gesproken weet de meerderheid van de nabestaanden (60%) hun verlies op eigen kracht te verwerken, al dan niet met hulp en ondersteuning van familie en vrienden. Bij een klein deel van de nabestaanden (5%) leidt het verlies tot ‘gecompliceerde’ rouw. Zij hebben gespecialiseerde hulp nodig om zich te leren aanpassen aan het nieuwe leven. Een tussengroep, zo’n 35%, doet er goed aan enige begeleiding te zoeken. Die begeleiding kan bestaan uit het bezoeken van een lotgenotengroep, maar even goed kunnen enkele gesprekken met een huisarts (of een andere zorgverlener) voldoende zijn.
Print deze pagina