Carpe Diem, maar met mate
Vanochtend zag ik een filmpje met prachtige beelden voorbijkomen. Een oudere man vertelt over hoe bijzonder deze dag is, omdat het leven, en dus deze dag, een geschenk is. Stop met mopperen over van alles, praat niet meer in termen van mooi of slecht weer, leef bewust, pluk de dag. We nemen het allemaal te vanzelfsprekend aan, dat cadeau, en voor je het weet is je laatste dag daar.
Bijna direct daarna valt mijn oog op een link naar de elf tips van Jip. Jip deed mee aan het programma ‘Over mijn lijk’, en stierf een paar jaar geleden, slechts vierentwintig jaar jong. De titel van het stuk is: 11 tips van een grote held. De tips zijn stuk voor stuk prachtig: wees aardig, geniet van de mooie dingen, vergeef jezelf en anderen, wees in het hier en nu.
Maar. Ik heb een maar. Ik ben absoluut voor tips en filmpjes die je wijzen op de waarde van het leven, van jouw leven in het bijzonder. Het helpt je herinneren dat het leven inderdaad waardevol is. Daar ben ik het hartgrondig mee eens. Maar. Ik kijk naar buiten. Het regent. Het ziet eruit als herfst. Ik baal daarvan. Dat filmpje dat ik zag zegt dat ik daar niet van mag balen. Want deze dag is een cadeau. En dan is er zo’n privésituatie met iemand die ik met de beste wil ter wereld niet aardig kan vinden, laat staan vergeven voor wat ze gedaan heeft en nog steeds doet. Iemand die mijn leven soms behoorlijk verziekt. Moet ik dan aardig blijven? Ik vind dat op veel momenten een bijna onmenselijke opgave. Ik ben al blij als het lukt om beschaafd te blijven.
En mezelf vergeven. Ik denk dat voor mij geldt wat voor veel mensen geldt, namelijk dat ze zichzelf harder, hoger en strenger de maat nemen dan ieder ander. Lief zijn voor jezelf is fijn, maar ook o zo moeilijk soms. Mij lukt het regelmatig niet. Mijn hoofd wil wel, maar dat gevoel…
Wat ik wil zeggen is, het valt niet mee om dag in dag uit bewust en blij en vergevingsgezind door het leven te gaan. Er zíjn dagen die gedachteloos voorbijgaan. Er zíjn dagen die verspild worden aan in wezen onzinnige zaken, of aan stomme mensen, of aan spijt, verdriet, woede of wat dan ook. Per saldo zullen er in een heel mensenleven vele van dat soort dagen zijn. Ik probeer om in ieder geval af en toe stil te staan bij de waarde van mijn bestaan. Ik ben blij met mijn man, mijn kinderen, mijn bestaan. Ik ben blij dat ik mag schrijven, dat ik nog kán schrijven. Ik voel me regelmatig gezegend met, nou ja, met heel veel. Maar ik haat regen. En koude nog meer. En ik vind sommige mensen ongelofelijk stom. En ik heb soms vreselijk spijt van dingen uit het verleden. En ik kan me ontzettend zorgen maken over situaties die mogelijk nooit echt gaan gebeuren.
Misschien is een beetje een balans vinden tussen die ene kant en die andere kant van het leven wel het meest haalbare. Carpe diem maar wel met mate. Zoiets.