Nieuwe uitspraken Ombudsman voor het Uitvaartwezen
woensdag 27 januari 2010
Vandaag heeft Karin Been, Ombudsman van de Stichting Klachteninstituut voor het Uitvaartwezen, twee nieuwe uitspraken gepubliceerd.
De eerste heeft te maken met wederzijdse verwachtingen die niet worden nagekomen. Bij de tweede klacht lijkt er sprake te zijn van de Wet van Murphy!
Klacht 2009-65: heeft betrekking op wederzijdes verwachtingen die niet overeenkomen. De Klaagster verwacht andere dingen van de uitvaartondernemer dan worden aangeboden, vooral op financieel terrein. Welke verwachtingen van klaagster zijn reëel? Er is een mededelingsplicht voor de uitvaartverzorger (en dus tot het geven van uitleg over tal van dingen), maar er bestaat ook een plicht tot vragen bij de opdrachtgever naar wat onduidelijk is of waarover wellicht te weinig informatie is gegeven. Een uitvaartverzorger kan geen gedachten lezen. In dit geval wordt geconcludeerd dat de verwachtingen van klaagster te hoog gespannen waren.
Klacht 2009-67: hier lijkt sprake te zijn van de wet van Murphy. Alles wat fout kon gaan is in de ogen van de nabestaanden ook fout gegaan, met als toppunt dat de volgauto's niet zijn verschenen op de dag van de uitvaart. Een deel van de klachten wordt door de uitvaartondernemer erkend, maar de geboden compensatie wordt door de nabestaanden afgewezen. Daarnaast kennen de nabestaanden de ombudsman een macht toe die zij niet bezit, zoals het toekennen van een schadevergoeding voor immateriële schade en het laten terugstorten van verzekeringspremies. De ombudsman concludeert dat de door de uitvaartondernemer geboden schadevergoeding afdoende is.
Zowel een samenvatting van deze klachten, als de volledige geanonimiseerde uitspraken zijn te lezen op www.klachteninstituutuitvaartwezen.nl.