Nieuwe column Mariska Overman-Bruntink: Catch22
donderdag 22 februari 2018
Hoe makkelijk praat jij met je partner, kinderen of vrienden over de dood? Ik vermoed niet zo eenvoudig. Ook al lijkt het taboe op de dood minder, onder andere door programma’s op televisie zoals Over mijn lijk of Liefde voor later, het taboe in de persoonlijke levenssfeer is er niet echt minder op geworden.
Het wantrouwen richting de uitvaartbranche evenmin. Een tijdje geleden werd ik geïnterviewd door een landelijke uitvaaronderneming, en dat interview wordt met enige regelmaat via Facebook gedeeld. Heel leuk, en bedoeld om mensen bewust te maken van het belang van uitspreken en vastleggen van uitvaartwensen, maar de reacties…. Ik ben elke keer weer geschokt als ik ze zie. De laatste keer zag ik de term lijkenpikker ook weer voorbijkomen.
Ergens roepen uitvaartondernemingen kennelijk het slechtste in mensen naar boven. Er zit iets ironisch in vind ik, want eigenlijk is de uitvaartbranche zelf voor een deel debet aan het taboe op praten over de dood (en dus over bijvoorbeeld uitvaartwensen). Voordat uitvaarten in handen van de commerciële sector kwamen, werden ze door naasten en buurtbewoners geregeld en uitgevoerd. Net als de laatste verzorging, speelde alles zich onder ogen of in ieder geval dichtbij de nabestaanden af. Dood was daarmee een onderdeel van het leven. En ondanks toenemende pogingen om een en ander weer dichterbij te brengen (samen met naasten de laatste zorg doen bijvoorbeeld), blijft de rest nog behoorlijk in handen van de professional. En ik vermoed dat uitvaartondernemingen dat graag zo houden, anders gaan inkomsten verloren. Niemand wil dief zijn van zijn eigen portemonnee, toch?
Daarmee zit de branche wel klem in een soort paradox. Hoe maak je het bespreekbaarder en neem je wantrouwen weg, zonder dat je je eigen inkomstenbron verstoord? Een mooie Catch 22, zoals dat genoemd wordt.
Ik denk ook niet dat dit snel gaat veranderen, die negatieve houding ten opzichte van de branche. Ook niet als de dood wel bespreekbaarder wordt. Maar wat dan wel te doen? De schouders ophalen bij vervelende opmerkingen? Jezelf gaan verdedigen? Ik weet ook geen zaligmakend antwoord hierop. Het enige dat ik kan bedenken, maar dat gaat voor velen vast te ver, is zeggen: ja, wij zijn een commerciële dienstverlener. Wij verdienen geld met het regelen en uitvoeren van een uitvaart. Zoals de bakker geld verdient met brood bakken, de aannemer met klussen, de rioolontstopper met riolen ontstoppen. En net als bij die beroepen geldt: u mag het ook zelf doen. Ik ben benieuwd hoeveel mensen dan zelf uitvaarten gaan regelen. Vermoedelijk net zoveel als dat er zelf broden gaan bakken en riolen gaan ontstoppen.