Mr. C. Spierings legt functie Ombudsman Uitvaart neer
donderdag 13 december 2012
Sinds de oprichting van het Klachteninstituut is er veel veranderd binnen de maatschappij en de uitvaartbranche. Reden voor het bestuur om de werkzaamheden sinds de oprichting te evalueren en vooruit te kijken naar de toekomst.
Voorzitter dr. R. Seldenrijk: “Draagvlak, onafhankelijkheid en transparantie zijn steeds onze uitgangspunten geweest en zullen dat ook blijven. Maar de maatschappij om ons heen verandert. Er wordt vandaag anders naar klachten en de afhandeling daarvan gekeken dan vijftien jaar geleden. De verwachtingen van de consument zijn anders geworden. Vertrouwen. Dat vertrouwen win je niet eenvoudig. Niet van de consument en niet van de branche. Wij zijn er in geslaagd om dat vertrouwen over de jaren heen op te bouwen. Je mag er nooit van uitgaan dat dit ook vanzelfsprekend in de toekomst zo blijft. Daarom is het goed om af en toe eens even naar jezelf en je positie wat afstandelijker te kijken. Dat doen we op het moment.”
Het bestuur van de onafhankelijke Stichting Klachteninstituut Uitvaartwezen heeft in de afgelopen maand haar achterban geraadpleegd met het oog op een optimaal draagvlak. Ook de onafhankelijke positie van de Ombudsman kwam daarbij aan de orde. Het Klachteninstituut is zich er van bewust dat toezichthouders nauwlettend moeten rekenen met de veranderende opvattingen over de maatschappelijke verantwoordelijkheid van organisaties en instellingen. Juist de afhandeling van klachten moet transparant en zonder zelfs de schijn van vooringenomenheid of partijdigheid gebeuren. Alleen op die wijze, is draagvlak te waarborgen vanuit de branche, de deelnemende organisaties en aan consumentenzijde, zo blijkt ook uit de reacties.
“Op dit moment evalueert het bestuur hoe we ook in de toekomst invulling kunnen geven aan onze belangrijke taak,” stelt Seldenrijk. “Om ruimte te geven aan de uitkomsten daarvan treedt de huidige Ombudsman, mr. C.W.A.M. Spierings, per 1 januari aanstaande terug. Dit geeft ons de kans om het profiel van de Ombudsman in de overwegingen mee te nemen. Uiteindelijk draait alles om de uitspraken van de Ombudsman. De inzet en professionaliteit van de opeenvolgende Ombudslieden, inclusief de huidige, zijn de hoeksteen van ons Instituut gebleken. Zij zijn het die de brede acceptatie van ons Instituut hebben veroorzaakt. Voor de toekomst verwachten we helemaal geen dramatische veranderingen in de manier waarop we werken, maar de mogelijke aanscherping van bepaalde procedures blijkt soms nodig en nuttig. De nabestaanden en de branche rekenen op ons. Die verantwoordelijkheid neemt het bestuur niet licht op.”
Het bestuur van de Stichting Klachteninstituut Uitvaartwezen bestaat uit vertegenwoordigers van de uitvaartbranche en consumentenzijde. De deelnemende brancheorganisaties zijn: de Landelijke Vereniging van Crematoria (LVC), de Branchevereniging Gecertificeerde Nederlandse Uitvaart-ondernemingen (BGNU), de Vereniging van Mortuariumbeheerders in de Gezondheidszorg (VMG), Landelijke Organisatie Begraafplaatsen (LOB) en Nardus (samenwerkende uitvaartorganisaties zonder winstoogmerk). Ook wanneer een uitvaartorganisatie over het Keurmerk Uitvaartzorg beschikt kan een beroep worden gedaan op de Ombudsman. Jaarlijks worden circa 100 zaken (dit betreft vragen en daadwerkelijke klachten) ontvangen. In ons land vinden ongeveer 135.000 uitvaarten per jaar plaats.