Overlijdensuitkering werkgever
Laatste financiƫle afhandeling werkgever
Nabestaanden van een overleden werknemer hebben op grond van artikel 7:674 van het Burgerlijk Wetboek recht op een overlijdensuitkering, die doorgaans naar de giro- of bankrekening van de overleden medewerker wordt overgemaakt. Deze uitkering komt ten goede aan de echtgenoot / partner waarmee de werknemer samenleefde. Is die partner er niet (meer) dan gaat de uitkering naar minderjarige kinderen en bij gebreke daarvan gaat de uitkering naar degene met wie de medewerker in gezinsverband leefde en in wiens onderhoud de medewerker voorzag.
De werkgever hoeft dus geen uitkering te betalen aan bijvoorbeeld familieleden van een alleenstaande overleden medewerker zonder minderjarige kinderen.
Belangrijk om te weten
Bedrag minimaal gelijk aan loon over een maand
Regeling geldt ook voor inkomensvervangende uitkeringen
Bij de uitkering gaat het om een bedrag gelijk aan het loon over een maand (tot aan de dag dat de medewerker overleed wordt het loon betaald, daarnaast wordt er een uitkering van een maand betaald). Over deze uitkering moet de werkgever bovendien vakantietoeslag betalen. Een uitkering vanwege het overlijden van de medewerker is voor de loonbelasting vrijgesteld, tenminste als dat bedrag niet hoger is dan drie maanden loon. Het gaat hier maximaal om drie keer in het arbeidscontract overeengekomen maandloon, alleen nog verhoogd met vakantietoeslag. Is de overlijdensuitkering hoger dan dit bedrag, dan is het meerdere belast op grond van de tabel bijzondere beloningen van de Wet op de loonbelasting.
In de arbeidsovereenkomst kan een andere regeling voor overlijdensuitkering zijn overeengekomen die mogelijk meer rechten geeft aan rechtsopvolgers. De overlijdensuitkering geldt ook voor inkomensvervangende sociale verzekeringsuitkeringen die door het UWV worden uitbetaald.