Overlijdensuitkering
Eenmalige uitkering voor nabestaanden
Een eenmalige uitkering (en de hoogte daarvan) maakt vaak onderdeel uit van de secundaire arbeidsvoorwaarden. Deze kunnen per werkgever of bedrijfstak verschillen. Informeer bij uw werkgever of de uitkeringsinstantie of en zo ja welke regeling voor u van toepassing is.
Als nabestaande van de overledene waarmee u een gemeenschappelijke huishouding voerde, kunt u bij voorbeeld in aanmerking komen voor een overlijdensuitkering van 1 tot maximaal 3 keer het maandsalaris of de maandelijkse uitkering. Voorwaarde is dat uw partner een sociale uitkering en/of een inkomen uit loondienstverband genoot. Laat dit bedrag storten op een vrije toegankelijke bank-girorekening, want wellicht kunt/moet u hiermee de uitvaartkosten betalen.
Wie krijgt de overlijdensuitkering?
De persoon die samenwoonde met de overledene, als partner of als bloedverwant. Uitzondering hierop zijn bloedverwanten in de eerste graad, dus bijvoorbeeld uw moeder of zoon.
Er is geen partner? Dan krijgen eventuele minderjarige kinderen de overlijdensuitkering.
Er zijn ook geen minderjarige kinderen? Dan wordt gekeken of de overledene met iemand in een huis samenleefde en of hij kostwinner was. Die persoon krijgt dan de overlijdensuitkering. Dit kan bijvoorbeeld een inwonende moeder zijn.
In sommige gevallen komt het voor dat de netto uitkering van de overledene nog enige tijd is doorbetaald. In dat geval zal het teveel betaalde in mindering worden gebracht op de overlijdensuitkering. De overlijdensuitkering wordt uitgevoerd door het UWV. Nabestaanden ontvangen van het UWV een aanvraagformulier voor de overlijdensuitkering. Nadat het UWV deze terug heeft ontvangen laat zij de nabestaanden zo snel als mogelijk weten of ze recht hebben op deze uitkering.