Kapitaalverzekering (niet specifiek uitvaart)
Kapitaalverzekeringen bij overlijden
Er zijn verschillende soorten kapitaalverzekeringen bij overlijden, waarvan veel voorkomende vormen zijn:
- De tijdelijke overlijdensrisicoverzekering
- De levenslange overlijdensrisicoverzekering
Tijdelijke overlijdensrisicoverzekering
Een tijdelijke overlijdensrisicoverzekering is de verzekering van een bedrag dat wordt uitgekeerd als de verzekerde persoon vóór een bepaalde datum komt te overlijden. De verzekerde persoon noemen we de “verzekerde”.
Deze verzekering wordt in de praktijk om verschillende redenen gesloten. Bijvoorbeeld:
- de verzekerde wil dat na zijn of haar overlijden, de partner financieel goed verzorgd achterblijft;
- de verzekerde wil dat na zijn of haar overlijden, de kinderen toch hun studie kunnen betalen;
- de verzekerde heeft een geldlening en wil niet dat de nabestaanden daarvoor na zijn of haar overlijden moeten opdraaien. Met de uitkering uit de overlijdensrisicoverzekering kan de schuld worden afgelost;
- de verzekerde heeft een hypothecaire geldlening en wil dat die lening kan worden afgelost na zijn of haar overlijden.
Is de verzekerde op de einddatum in leven, vervalt de verzekering zonder uitkering. De verzekering kan niet worden afgekocht.
Waardevast
De overlijdensrisicoverzekering kan gesloten worden met winstdeling. Dat wil zeggen dat het verzekerde bedrag jaarlijks wordt verhoogd met winstbijschrijving. De omvang daarvan is beperkt. Vooral bij langlopende verzekeringen, is het belangrijk dat het verzekerde bedrag regelmatig wordt gecontroleerd. Is de hoogte daarvan nog wel genoeg voor het doel waarvoor de verzekering is gesloten? In de meeste overlijdensrisicoverzekeringen is een “optie-clausule” van toepassing. Deze clausule geeft de verzekeringnemer het recht het verzekerde bedrag periodiek te verhogen, zonder dat doorvoor medische vragen hoeven te worden beantwoord. Maakt de verzekeringnemer tweemaal achtereen van dit recht geen gebruik, dan vervalt de clausule. Als het verzekerde bedrag wordt verhoogd, wordt ook de premie verhoogd. De verzekerde is immers ouder geworden en het risico van overlijden neemt toe.
Uitkering
Degene aan wie het verzekerde bedrag wordt uitgekeerd, noemen we de begunstigde . Als in de polis niets geregeld is, geldt de standaardbegunstiging. Dat houdt in dat de uitkering geschiedt aan:
- de verzekeringnemer. Dat is degene die de verzekering heeft afgesloten (en in de regel de premie heeft betaald) Als hij/zij op het moment van de uitkering niet meer in leven is, dan gaat de uitkering naar:
- de echtgenoot van de verzekeringnemer of aan de geregistreerde partner. Is ook deze persoon op het moment van de uitkering niet meer in leven, gaat de uitkering naar:
- de kinderen. Zijn die er niet, gaat de uitkering naar:
- de erfgenamen van de overledene.
Ook als de uitkering aan iemand anders dan genoemd in de standaardbegunstiging moet toekomen, moet dit dus expliciet worden geregeld.
De begunstiging kan tussentijds door de verzekeringnemer worden gewijzigd. Na het overlijden van de verzekeringnemer kan de begunstiging niet meer gewijzigd worden.
Verzekering op één of twee levens
De verzekering wordt gesloten op het leven van de verzekerde. Ook is het mogelijk de verzekering te sluiten op het leven van twee verzekerde. Als een van de verzekerde personen voor een bepaalde datum overlijdt, ontvangt de ander de uitkering.
Bijvoorbeeld
Het echtpaar Gerard en Ineke Jans, heeft een overlijdensrisicoverzekering op beider leven gesloten. Als Gerard voor de einddatum overlijdt ontvangt Ineke de uitkering. Als Ineke eerder dan Gerard overlijdt, ontvangt Gerard de uitkering.
Uitkering aan een bank
Het kan ook zijn dat de overlijdensrisicoverzekering gesloten is omdat de bank dat als voorwarde heeft gesteld om een geldbedrag te kunnen lenen. In dat geval wordt de polis “verpand” aan de bank. Dat wil zeggen dat als de verzekerde voor de einddatum overlijdt, de uitkering naar de bank gaat, waarmee de geldlening wordt afgelost.
Gezondheidswaarborgen
Omdat de verzekering direct na het overlijden van een verzekerde uitkeert, zal de verzekeringsmaatschappij gezondheidswaarborgen verlangen. Dat wil zeggen dat de verzekeringsmaatschappij bij het sluiten van de verzekering een beeld wil hebben van de gezondheid van de verzekerde. De verzekerde moet daarvoor een vragenlijst invullen.Op basis van deze gegevens beoordeelt de medisch adviseur van de verzekeringsmaatschappij
- of de verzekering gewoon gesloten kan worden;
- of dat de verzekering gesloten kan worden tegen een verhoogde premie;
- of dat de verzekering gesloten kan worden onder bijzondere voorwaarden;
- of dat de verzekering niet wordt geaccepteerd.
Fiscale aspecten
De premie voor de overlijdensrisicoverzekering is voor de inkomstenbelasting NIET aftrekbaar. De eventuele uitkering is voor de inkomstenbelasting NIET belast. De uitkering kan wel onderhevig zijn aan heffing erfbelasting. Als de verzekering gesloten wordt op het leven van een verzekerde waarmee de verzekeringnemer niet in gemeenschap van goederen is getrouwd, kan de heffing van erfbelasting worden voorkomen door er voor te zorgen dat de verzekerde niet zelf de premie betaald. Daarbij is wel van belang dat vast staat de de verzekerde nimmer premie heeft betaald voor de verzekering en dat dit op de juiste wijze in de polis is aangetekend.
Levenslange verzekering bij overlijden
Deze verzekering is gelijk aan de tijdelijke overlijdensrisicoverzekering, met het verschil dat er geen einddatum in de polis staat. Deze verzekering keert uit na het overlijden van de verzekerde, ongeacht wanneer de verzekerde overlijdt.
Print deze pagina