De Mexicaanse Indianen
Later Coöperatie PC
De dood betekende voor hen niet een einde op zich, maar was een fase in de oneindige cyclus van het bestaan. In tegenstelling tot de vroegere en huidige gebruiken in Europa waren hun begrafenisriten ook heuse vieringen. De Spaanse monnik Diego de Durán meldde dat in de 16e eeuw langdurige festiviteiten plaatsvonden ter ere van de kinderen en volwassenen die in het afgelopen jaar waren overleden.
Ondanks de komst van het katholieke geloof in de Mexicaanse wereld is het idee van een 'gelukkige dood' en de daarmee verbonden riten in de loop der eeuwen niet verdwenen; ze bestaan nog steeds, naast de katholieke rituelen. Op de Dag van de Doden is het in Mexico Stad en in de dorpen nog steeds mogelijk om naar een feestmaal te gaan dat gepaard gaat met muziek en dans en dat gehouden wordt op het kerkhof, zodat de doden samen met hun dierbaren nog eens deel kunnen nemen aan de geneugten van het aardse leven.
Schedels van suikergoed
Eeuwen geleden, maar ook nu nog, gebruiken de Mexicanen de schedel als personificatie van de dood. Niet als een afschrikwekkende grimas, maar als een natuurlijke soms zelfs beminnelijke gezichtsuitdrukking. In de doodscultus van de oude Mexicanen draagt Coatlicue, de godin van aarde en leven, het masker van de dood. Deze schijnbare tegenstrijdigheid verbeeldt de opvatting van de Mexicanen dat leven en dood onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. De doodskop als symbool voor de dood is volledig geïntegreerd in de Mexicaanse maatschappij en duidt op de 'levende' dood, een aanwezigheid in het bestaan van alledag die niet genegeerd kan worden, maar waar ook wel mee gespot mag worden. Men zou het enigszins kunnen vergelijken met onze symbolische aanduiding voor de dood, de man met de zeis, hoewel die bij ons alleen angst en afgrijzen teweegbrengt.
Eenmaal per jaar vieren de Mexicanen het dodenfeest. Tijdens de feestelijkheden overheersen de levendige kleuren en niet de rouw. In Mexico is het gewoonte geworden om altaren op te richten ter ere van de doden. Deze altaren worden overladen met al het goede der aarde: brood, fruit, gerechten, dranken en lekkernijen, zodat de doden kunnen blijven genieten van de geneugten van het leven. De graven worden overdadig versierd met gele afrikaantjes en rond het graf vindt een groot feest plaats, geen treurnis of geweeklaag, maar vreugde die met de overledenen gedeeld wordt. De kinderen worden onthaald op suikeren doodskoppen met hun naam erop die ze gulzig verorberen.
Eerbied en hoon
Daar waar de dood in de westerse maatschappij een beladen onderwerp is met de nodige taboes, viert men in Mexico het Dodenfeest uitbundig en klinkt de muziek als een meeslepend loflied op het leven. Dit feest wordt in het hele land gevierd en brengt een heel volk samen rond een van de meest bijzondere vermengingen van indiaanse traditie en geïmporteerde cultuur. De inheemse rituelen rond de dodenverering, gecombineerd met het katholieke Allerzielen. Van de Azteken hebben de Mexicanen de betovering voor de dood als bron van leven geërfd. Daarnaast hebben ze van de Spanjaarden de zin voor de macabere grap overgenomen. Eerbied en hoon onmoeten elkaar tijdens dit feest. De bezweringen op het kerkhof en de dodenaltaren, verlicht met kaarsen en omgeven met de geur van kopal, maken op 1 november plaats voor de bonte en speelse stemming op de marktpleinen. De kaarsen, de rotjes en de drukte op de kerkhoven brengen menige toerist in vervoering. Ook de kinderen spelen een actieve rol en leveren hun bijdrage: elke dag worden nieuwe offergaven gemaakt en volgens een ritueel op de daarvoor opgerichte dodenaltaren neergezet.
Het dodenfeest in Tzotzil
Tijdens de dodenfeesten in het indiaanse dorpje Tzotzil, treft men geen brood of snoepgoed in de vorm van een schedel aan. De mensen hebben niet voldoende geld om suikergoed te kopen. In Tzotzil leven indianen, afstammelingen van de Maya's die op de hoogvlakten van Chiapas woonden. Eind oktober begeven de indianen zich naar het kerkhof om de graven van hun overledenen te reinigen en klaar te maken voor het feest. De rest van het jaar zijn de tomben bijna onzichtbaar. De graven, kleine hoopjes aarde, bevinden zich op een heuvel die het dorpje overheerst, er als het ware over waakt. Speciaal voor het dodenfeest worden ze bedolven onder heerlijk geurende dennennaalden en zet men er met bloemen versierde bogen op. Vervolgens omringt men het graf met cempazúchil, de gele bloemen voor de doden. Sommige indianen voegen daar nog een kruisbeeld aan toe: twee eenvoudige stukken hout of een veelkleurig plastic kruis.
Op 30 oktober is het dorpje bijna verlaten. Zoals iedere weekdag, gaat de indiaan op het land aan het werk van vijf uur 's morgens tot laat in de namiddag. Op het einde van de dag wordt de stilte verbroken door een zich steeds herhalende meeslepende melodie, afwisselend gespeeld door een fluit en een trompet die twee trommels begeleiden. Dit traditionele orkestje bevindt zich op het kerkportaal en kondigt het begin van het Dodenfeest aan. De muzikanten doorkruisen het dorp en begeven zich naar de huizen van de kerkbewaarders, waar ze voedsel en alcoholische dranken krijgen.
Feestmaal
In de huizen maken de vrouwen een feestmaaltijd klaar dat schril afsteekt tegen het sobere eten van alledag: tamales (maïskoek gevuld met vlees, in bananen- of maïsbladeren gewikkeld en gestoomd) en atole (maïssoep). Er moeten ook kaarsen, alcohol, sigaretten, pinda's en fruit gekocht worden, kortom al datgene waar de dode dol op was. Hun maaltijd moet op het huisaltaar klaargemaakt worden: een kleine tafel of een simpele verhoogde plaat in een hoek van het huis.
Op 1 november, vroeg in de ochtend, beklimmen de indianen de heuvel en komen samen rond de graftomben van hun overledenen. Nadat ze het eten en drinken op het graf hebben gezet, knielt de familie neer en wordt er driemaal een kruisteken gemaakt, waarna de vader zich huilend tot de dode richt. In zijn rede roept hij de dode op om terug te komen in de familiekring, uit hij zijn liefde voor de overledene en roept hem/haar om te komen zien wat er allemaal voor lekkers is klaargemaakt. Hij probeert hiermee de dode te verleiden op te staan en terug te keren. Tijdens het gebed huilen de vrouwen in stilte. Voor deze mensen keren de zielen van de overledenen die dag daadwerkelijk terug naar de aarde om voor één dag de geur op te snuiven van het voedsel, de alcoholische dranken en de sigaretten die voor hen zijn aangestoken en op de tombe liggen te roken. Ook de levenden beginnen te eten en te drinken. Onder invloed van de alcohol stijgt de stemming en worden er grappen gemaakt. De droefheid zet aan tot drinken en de drank maakt de tongen los. Aan het einde van de voormiddag, keren de families in optocht terug naar hun dorp. Vanaf de kerkklok wordt een lang koord naar het midden van het plein gespannen. Het hoofd van de familie met daarachter de kinderen houden het koord vast en trekken eraan, zodat de zielen van de overledenen mee naar het dorp komen. Ze roepen de overledene om terug te komen en mee te genieten van het feestmaal. Geheel in tegenstelling tot de normale gang van zaken in het hete Mexico zijn de zielen zeer stipt want precies om twaalf uur 's middags komen ze in het dorp aan en gaan ze ieder apart naar hun huis om er van de voor hen klaargemaakte maaltijd te genieten.
De hele dag en tot diep in de nacht van een op twee november, zal het klokgelui, als een doodsklok, het dorp overstemmen. Zo loopt het dodenfeest naar zijn eind, twee dagen van droefheid en eerbied voor de zielen. De angst de overledenen niet alles geschonken te hebben wat hen had kunnen behagen, zit er stevig ingebakken. Keren ze kwaad terug of zijn ze tevreden met de ontvangst die hen te beurt viel, zullen ze een goed woordje doen opdat de familie bespaard zal blijven van dood, honger of ziekte? De dodencultus in Mexico is zowel een vreugdefeest als een ritueel om zich te beschermen tegen de dood en kwade tijden. Eenmaal per jaar vieren de Mexicanen het dodenfeest Ook de kinderen spelen een actieve rol en leveren hun bijdrage Tijdens het gebed huilen de vrouwen in stilte ...twee dagen van droefheid en eerbied voor de zielen Bron: Het feest van de dood, Europalia 93 Mexico
Een Europeaan die door Mexico reist, wordt getroffen door de buitengewone en bonte verering die de Mexicanen aan de dag leggen voor de dood. Een verering die eerder een feest is dan een jammerklacht. De viering van de dood berust op een eeuwenoude traditie, die teruggaat tot het pre-Columbiaanse tijdperk. Voor de Azteken waren leven en dood onlosmakelijk met elkaar verbonden. Naar hun idee verlengde het leven zich in de dood en andersom.
Print deze pagina