Visie Landelijke Organisatie van Begraafplaatsen (LOB) op uitgifte grafrechten voor onbepaalde tijd.
vrijdag 23 april 2021
In tijden van Corona is de discussie over de uitgifte van graven met grafrecht voor onbepaalde tijd aangewakkerd. Veel islamitische organisaties overleggen met overheden (gemeenten) over de mogelijkheid om grafrechten voor onbepaalde tijd uit te geven. In dergelijke graven zou de gewenste ‘eeuwigdurende grafrust’ gerealiseerd kunnen worden. Veel gemeenten worstelen met dit vraagstuk.
De Landelijke Organisatie van Begraafplaatsen - ruim 75% van de begravingen in Nederland wordt uitgevoerd door een LOB-lid - wil om deze reden haar visie uitspreken over dit thema. Deze visie geeft het standpunt van de LOB weer en kan worden gezien als een onderbouwd advies aan alle betrokken partijen.
De huidige mogelijkheden conform de Wet op de lijkbezorging
In de Wet op de lijkbezorging is in Artikel 23 vastgelegd welke graftypen er zijn. Namelijk: algemene graven en particuliere graven. Particuliere graven zijn graven waarop een uitsluitend recht gevestigd is. In Artikel 28 staat dat het grafrecht op een particulier graf voor bepaalde tijd of voor onbepaalde tijd gevestigd kan worden. Het is dus mogelijk om grafrecht voor onbepaalde tijd te vestigen, alleen niet alle begraafplaatsen willen of kunnen hieraan meewerken. Op bestaande begraafplaatsen waar nu geen graven voor onbepaalde tijd worden uitgegeven, is het niet mogelijk om dit type graf alleen voor een specifieke doelgroep toch aan te bieden. Men handelt dan in strijd met het gelijkheidsbeginsel. Binnen de islamitische gemeenschap bestaat echter wel de behoefte om begraven te worden in een graf voor onbepaalde tijd. De Wet op de lijkbezorging heeft in Artikel 39 en 40 vastgelegd dat kerkgenootschappen in de gelegenheid zijn zelf een bijzondere begraafplaats te stichten. Op een dergelijke bijzondere begraafplaats kunnen graven in gebruik genomen worden waarin de gewenste grafrust voor ‘eeuwig’ aangeboden wordt
Advies LOB ten aanzien grafrechten voor onbepaalde tijd.
De LOB adviseert gemeenten haar medewerking te verlenen aan de stichting van een eigen bijzondere begraafplaats door en voor de islamitische gemeenschap, wanneer vanuit deze gemeenschap hiertoe een verzoek aan het college van burgemeester en wethouders gericht wordt.
Op een nieuwe bijzondere begraafplaats kunnen grafrechten gevestigd worden in de vorm zoals deze bij de eigen achterban gewenst zijn. De islamitische gemeenschap kan dan vervolgens op de door hen gewenste wijze en rituelen begraven. Het grafrecht kan voor onbepaalde tijd uitgegeven worden. De eigenaar van de begraafplaats dient dit in het reglement van de begraafplaats te regelen.
Wanneer op bestaande gemeentelijke begraafplaatsen de wens bestaat om grafrechten voor onbepaalde tijd uit te geven, kan dit niet alleen voor de islamitische gemeenschap. In het kader van het gelijkheidsbeginsel moet de mogelijkheid tot grafrechten voor onbepaalde tijd aan iedereen aangeboden worden. Wanneer er tot in lengte van dagen voldoende ruimte voor dergelijke graven aanwezig is, kan onder hierna genoemde aandachtspunten de beschikbaarheid overwogen worden.
Wanneer de vraag voor de mogelijkheid van grafrecht voor onbepaalde tijd gesteld wordt aan de eigenaar van een bijzondere begraafplaats, dan is het aan de eigenaar van de begraafplaats hoe hij hiermee omgaat. Wanneer er - gebaseerd op het huidige reglement - al graven voor onbepaalde tijd gevestigd kunnen worden, kan het een overweging zijn om een grafakker voor een specifieke doelgroep in te richten. Ook hier gelden de hierna genoemde aandachtspunten bij de uitgifte van grafrecht voor onbepaalde tijd.
Zowel voor gemeentelijke begraafplaatsen als voor bijzondere begraafplaatsen is de vaststelling van het tarief voor het grafrecht dat voor onbepaalde tijd wordt uitgegeven, een uitdaging. Hoe verhoudt een eenmalig afgekocht tarief zich tot de aangegane verplichting om een graf - een begraafplaats - tot in lengte van dagen in stand te houden zonder dat daar op enig moment inkomsten tegenover staan?
Aandachtspunt bij de uitgifte van grafrecht voor onbepaalde tijd
Gezien de lessen welke in het verleden geleerd zijn, ziet de LOB alleen onder duidelijke voorwaarden mogelijkheden tot de uitgifte voor grafrecht voor onbepaalde tijd. Deze voorwaarden zijn:
Grafrechten voor onbepaalde tijd versus eeuwigdurende grafrechten
De verschillende termen in het spraakgebruik geven aanleiding tot discussie, onduidelijkheid en onbegrip. De Wet op de lijkbezorging is echter duidelijk. Zoals hiervoor is benoemd, spreekt de wet in artikel 23 alleen over algemene en particuliere graven. Daarnaast wordt vermeld dat graven uitgegeven kunnen worden voor bepaalde tijd of voor onbepaalde tijd. De term eeuwigdurend grafrecht heeft geen wettelijke basis en bestaat derhalve juridisch ook niet. In het spraakgebruik wordt de term ‘eeuwigdurend’ vanuit het verleden echter nog wel gebruikt hetgeen de onduidelijkheid in de discussie bij vakgenoten, in de politiek én bij het publiek vergroot. De LOB adviseert om bij particuliere graven alleen de wettelijke termen grafrecht voor bepaalde en voor onbepaalde tijd te gebruiken.
Grafrecht versus grafrust
Het gebruik van de term grafrust waar grafrecht bedoeld wordt, laat vervolgens de verwarring nog groter worden. De term grafrecht, of dat nu voor bepaalde tijd of voor onbepaalde tijd is, heeft betrekking op het uitsluitend recht om in een graf te doen begraven en begraven te houden. Grafrecht is in dit kader een juridische term. Dit in tegenstelling tot de ‘eeuwigdurende grafrust’.
Grafrust betreft de periode dat de stoffelijke resten zich ongeroerd in een graf bevinden. Vanuit onder andere de joodse en islamitische geloofsovertuiging dient de grafrust ‘eeuwig’ gewaarborgd te worden. De eeuwigdurende grafrust is in dit kader dan ook een theologische term.
Bijlage bij visie van de LOB op uitgifte van grafrechten voor onbepaalde tijd
De huidige mogelijkheden conform de Wet op de lijkbezorging
In de Wet op de lijkbezorging zijn de volgende relevante punten bepaald aangaande twee graftypen en de mogelijke termijnen hiervoor:
Artikel 23
Lid 1. Begraving geschied op een begraafplaats
Lid 2. Begraving geschied in een algemeen graf, waarbij de houder van de begraafplaats bepaalt wie daarin wordt begraven, dan wel in een particulier graf, zijnde een graf waarop een uitsluitend recht is gevestigd, waarbij de rechthebbende bepaalt wie daarin wordt begraven.
Artikel 27a
Ten minste zes maanden en ten hoogte twaalf maanden voor het verstrijken van de termijn van uitgifte van een algemeen graf doet de houder van de begraafplaats daarvan schriftelijk mededeling aan de belanghebbende bij dat graf wiens adres bij hem bekend is.
Artikel 28
Lid 1. Een uitsluitend recht op een graf, welke vorm aan dit recht ook wordt gegeven, kan uitsluitend schriftelijk worden gevestigd. Het recht kan voor onbepaalde tijd of voor een bepaalde tijd van tenminste tien jaar worden gevestigd.
Het voor bepaalde tijd verleende recht wordt op verzoek, mits gedaan binnen twee jaar voor het verstrijken van de termijn, telkens verlengd, met dien verstande dat de houder van de begraafplaats kan bepalen dat een periode van verlenging niet korter is dan vijf jaar en niet langer dan twintig jaar. Het uitsluitend recht op een graf is geen registergoed.
Lid 2. Binnen een jaar na de aanvang van de termijn waarin de verlenging van het recht kan worden verzocht doet de houder van de begraafplaats aan de rechthebbende wiens adres hem bekend is, schriftelijk mededeling van het verstrijken van de termijn en het bepaalde in het eerste lid.
De ervaringen uit het verleden
De geschiedenis in Nederland heeft ons geleerd wat er gebeurt als er grafrechten worden uitgegeven voor onbepaalde tijd én wanneer de voorwaarden voor de uitgifte achteraf onvoldoende sluitend bleken te zijn. Op vele plaatsen in Nederland liggen in onbruik geraakte (delen van) begraafplaatsen. Rechthebbende op graven zijn er niet (meer), er worden geen inkomsten meer ontvangen, monumenten zijn kapot of ze zijn overwoekerd. Soms wordt er in beperkte mate onderhoud uitgevoerd door een groep vrijwilligers of door de gemeente.
Bij de wetswijziging van de Wet op de Lijkbezorging in 1991 is mede om deze reden besloten particuliere graven niet langer per definitie voor onbepaalde tijd uit te geven. Een tweede reden die hiervoor werd gegeven is het verwachte gebrek aan ruimte in de toekomst. Wanneer er sinds de jaren ’90 alleen graven voor onbepaalde tijd zouden zijn uitgegeven, dan zouden de huidige 4.400 begraafplaatsen in Nederland twee tot driemaal zo groot hebben moeten zijn als nu in 2021. Tot slot speelt ook mee dat het vrijwel onmogelijk gebleken is om te beloven om iets voor de eeuwigheid vast te leggen: wie zijn wij om afspraken te kunnen maken voor de eeuwigheid?