Uitvaartorganisaties ontmaskeren programmamakers
“Veinzen van overlijden overschrijdt ethische grenzen”
dinsdag 10 januari 2012
Begin januari zijn Dela, Monuta en Yarden betrokken in een merkwaardige situatie. Op 2 en 3 januari werd bij de drie uitvaartondernemingen het overlijden van dhr. Brenninkmeijer gemeld. Tijdens de verschillende gesprekken op de Egelantiersgracht in Amsterdam werd de indruk gewekt dat de overledene in huis aanwezig was, maar niet bezocht of verzorgd kon worden. De familie regelde de verzorging ter plaatse zelf en er werd nogal wat toneel gespeeld, inclusief emoties en verwikkelingen binnen de zogenaamde families. Er was geen artsverklaring van overlijden, aangifte van overlijden zouden ze zelf doen. De opdrachten werden ingetrokken, omdat de ‘overledene’ telkens bij een andere maatschappij verzekerd zou zijn of omdat er geen ‘klik’ zou zijn.
Veinzen van overlijden ongepast
De verschillende uitvaartverzorgers vonden de situatie ronduit vreemd. Omdat zij de overledene niet konden verzorgen en zij zich zorgen maakten over de staat van de overledene maakten zij interne meldingen. Na wat onderzoek bleek dhr. Brenninkmeijer niet geregistreerd op de Egelantiersgracht, evenmin is het overlijden bij de burgerlijke stand van de gemeente Amsterdam bekend. Via Google bleek dat de ‘rouwende nabestaande’ Linda Hakeboom en ‘huisvriend’ Jelte Sondij programmakers zijn. Het is onduidelijk of de gesprekken met de uitvaartverzorgers met een verborgen camera opgenomen zijn of wat de programmamakers met het veinzen van het overlijden willen aantonen. Aan de drie ondernemingen zijn offertes voor van elkaar verschillende uitvaartdiensten gevraagd. Voor het opvragen van offertes is het niet nodig of noodzakelijk een overlijden te veinzen of eventueel met verborgen camera’s te werken.
De drie betrokken uitvaartorganisaties hebben dikwijls te maken met kritische consumentenmedia en gaan daarmee transparant en constructief om. Deze manier van werken is echter uiterst respectloos naar nabestaanden in het algemeen en eveneens naar de betrokken uitvaartverzorgers en daarom verwerpelijk. De drie ondernemingen zullen daarom geen enkele medewerking verlenen zodra de programmamakers zich formeel bekend maken. Ook zullen zij geen toestemming geven, mochten beelden van hun medewerkers met verborgen camera’s zijn gemaakt. Met het veinzen van een overledene, zijn voor de drie betrokken uitvaartorganisaties namelijk ethische grenzen overschreden.
De drie uitvaartorganisaties zullen de programmamakers een factuur sturen voor gemaakte kosten en zullen een klacht indienen bij de Raad voor de Journalistiek.