Twee nieuwe uitspraken ombudsman Uitvaart
donderdag 6 november 2014
De ombudsman voor de uitvaart heeft twee nieuwe uitspraken gepubliceerd. Hieronder de twee verkorte versies van de uitspraken.
Klacht 34
Voorafgaand aan de uitvaart waren een paar zaken niet geheel foutloos verlopen, maar direct en afdoende door ondernemer hersteld. De uitvaart zelf verliep geheel naar de wens van de nabestaanden.
De koffietafel na afloop werd in een ruimte gehouden welke naar de mening van klager te klein was. Van meerdere bezoekers had hij hierover opmerkingen gehad. De ondernemer daarentegen was van mening dat de ruimte voldoende was ( er waren wel vaker gezelschappen van deze omvang) en hij was zelf toen wezen kijken en had niets negatiefs gehoord.
Klager was van mening dat hij een forse schadevergoeding zou moeten hebben voor het leed dat hij had gehad en zeker nog zal krijgen. Voordat klager akkoord ging met behandeling is hem duidelijk gemaakt dat de klachtbehandeling bij de Ombudsman geen mogelijkheid biedt tot vergoeding van immateriƫle schade.
In het bindend advies is een kleine compensatie toegekend voor gemaakte foutjes bij de ondernemer, maar geen vergoeding voor immateriƫle schade. Klager was het niet eens met deze uitspraak.
Klacht 41
Bij de regeling van de uitvaart had de opdrachtgever nog niet besloten of er wel of geen grafsteen op het bestaande graf zou komen. Daarom had hij tegen de ondernemer gezegd geen kosten voor het verwijderen van grafbedekking op de kostenbegroting opgenomen.
Klager had er geen rekening mee gehouden dat de op het graf staande buxusplanten wel verwijderd moesten worden om te kunnen begraven. De begraafplaats bracht hiervoor kosten in rekening aan de ondernemer, welke die kosten doorberekende aan klager. Klager was het daar niet mee eens, maar volgens artikel 9.1 van de Algemene Voorwaarden mag de ondernemer het doen.
Klacht daarom afgewezen.