Toename plotseling onverwacht overlijden baby's
vrijdag 18 december 2020
Er is in 2019 een lichte stijging vastgesteld van het aantal baby’s dat plotseling en onverwacht is overleden in Nederland. Nu zijn er twee definities: wiegendood / SIDS wordt gebruikt als een niet ziek kind plotseling en onverwacht overlijdt zonder duidelijk oorzaak. SUDI staat voor Sudden Unexpected Death in Infancy en hierbij worden alle doodsoorzaakcategorieën van plotseling en onverwacht overlijden van zuigelingen samengenomen.
In 2019 zijn van de 169.680 levendgeborenen 13 baby’s overleden (ten opzichte van 12 baby’s in 2018 en 10 baby’s in 2017) die gecategoriseerd zijn onder wiegendood/SIDS (Sudden Infant Death Syndrome) en 31 die onder de bredere definitie SUDI (Sudden Unexpected Death in Infancy) vallen. In het geval van SUDI betekent dat, dat er ten opzichte van 2017 in 2019 10 baby’s meer zijn overleden. Dit zijn 0.08 SIDS gevallen per 1000, en 0.18 SUDI gevallen per 1000 levend geboren baby’s in 2019 (CBS, 2020). (Data over zuigelingensterfte van het CBS worden een jaar later volledig gepubliceerd, vandaar dat dit persbericht gegevens uit 2019 betreft).
Internationaal is de Nederlandse incidentie erg laag. De lage incidentie is bereikt door het systematisch informeren van ouders over risico verhogende en beschermende factoren. Het niet op de buik te slapen leggen, is nog steeds een heel belangrijke beschermende factor. Elk kind dat overlijdt is er één teveel. Door goede preventie kan deze zuigelingensterfte voor een groot deel worden voorkomen.
Het is niet duidelijk of de toename dit jaar een echte stijging betreft ofwel de onvermijdelijke schommeling is die van jaar tot jaar kan optreden. Wat wel duidelijk is dat wiegendood de laatste jaren niet verder afneemt. Dit betekent dat er meer en hernieuwde aandacht nodig is voor preventie van wiegendood vanuit verschillende beroepsgroepen: de verloskunde, kraamzorg, jeugdgezondheidszorg, kindergeneeskunde en de kinderverpleegkunde.