Ombudsman: Mortuariumkosten na politie onderzoek
vrijdag 5 januari 2018
Klaagster en het mortuarium verschillen van mening over de vraag wie de kosten moet betalen van het verblijf van enkele dagen van een overledene in het mortuarium.
Uitspraak
De ombudsman concludeert het volgende:
- Aangezien het lichaam niet meteen na vrijgave door de uitvaartverzorger werd opgehaald, is klaagster verantwoordelijk voor de kosten, die het noodzakelijke vervolgverblijf van het stoffelijk overschot in het mortuarium met zich meebrengt.
- Er zijn na vrijgave van het lichaam nieuwe hoezen aangebracht om het stoffelijk overschot correct aan de uitvaartverzorger over te kunnen dragen. Deze komen voor rekening van klaagster, nu het hier noodzakelijke kosten betreft.
Beslissing van de ombudsman
Op basis van het bovenstaande oordeelt de ombudsman dat de klacht ongegrond is. Klaagster dient de in rekening gebrachte kosten te voldoen. Deze dienen binnen drie weken na verzending van dit bindend advies te zijn bijgeschreven op de rekening van het mortuarium.
Ten overvloede
Het verdient aanbeveling dat het mortuarium zijn informatie aan nabestaanden (dan wel voor hen handelende uitvaartverzorgers) over de kosten van vervolgverblijf verduidelijkt, op het moment dat het lichaam wordt vrijgegeven. Met name over de standaardprijs voor de eerste 24 uur vervolg-mortuariumgebruik. Ook verdient het aanbeveling dat een factuur duidelijker aangeeft over welke data de vervolg-verblijfskosten worden berekend.