Nieuwe column Mariska Overman-Bruntink: "You are dead"
vrijdag 31 juli 2015
“You are dead”. De letters, groot en zwart, met een bloedrode achtergrond, staren me aan vanaf het televisiescherm. Ik ben dood. Zucht. Alweer. Een paar minuten geleden ook al. Schrijf ik deze column dan vanuit het hiernamaals? Nee, dat is het niet. Gelukkig.
Ik speel ‘The walking dead’. Een Playstation spel, gemaakt op basis van de al langer bestaande stripboeken, en op basis van de serie, die inmiddels bij seizoen 6 is beland. En ik ben net twee keer in korte tijd gedood door zombies. Gelukkig kan ik gewoon weer opnieuw beginnen. En dat is best bijzonder. Want in het echte leven ga je slechts één keer dood (en niet door toedoen van zombies, overigens). Er is geen tweede kans. Ik hoor mijn kinderen als ze gamen ook met grote regelmaat uitspraken doen in de trant van: ‘Ben je nu alweer dood gegaan? ‘Ja, maar ik weet nu hoe het moet, nu ga ik niet meer dood’. Of: *%#*%# (lees een heftig woord…), ik ben dood, nu moet ik wéér overnieuw beginnen’.
Ik vraag me af wat de invloed van deze luchtige visie op doodgaan met ons doet. Zou je kijk op de dood anders zijn omdat je vanaf jonge leeftijd opgroeit met de dood als iets dat even irritant is, maar weer weg gaat omdat je gewoon opnieuw kunt beginnen? Dit klinkt misschien overdreven, maar als je het vanuit sociologisch perspectief bekijkt is het niet zo vreemd. Eerder is al aangetoond dat er diverse factoren zijn die de dood in onze samenleving weggedrukt en minder bespreekbaar gemaakt hebben.
Genoemd zijn bijvoorbeeld:
1. Minder zichtbare dood in de maatschappij: de kindersterfte is flink gedaald, in onze samenleving woedt geen oorlog, slachten we thuis geen dieren meer. Kortom: de dood ligt niet op straat.
2. Ouderen gaan naar verpleeg- en verzorgingshuizen, blijven niet meer bij de kinderen inwonen. Zij sterven elders, uit zicht.
3. Vergaande medicalisering, sinds de jaren ‘50 van de vorige eeuw: ouderdom en ziekte worden bestreden, de dood moet bestreden worden, zo lang mogelijk. Voor de medische stand is de dood hetzelfde als verlies en falen.
4. Afname van religie en religieuze gebruiken. Religie gaf de dood rituelen, en daarmee een plek in het leven. Religie gaf ook antwoorden op vragen over het leven na de dood.
5. De invloed van de media: iedereen lijkt jong, mooi en voor eeuwig zo te blijven. De dood wordt als een sensatie gepresenteerd. De dood is iets uit films of is ver weg.
Is het, gezien de vijf genoemde factoren, en zeker in relatie tot de nummer vijf ervan, dan vreemd om te denken dat games en gaming ook een invloed hebben op hoe we, en dan vooral jongeren, tegen de dood aankijken? Ontkennen gamers meer dan niet-gamers de dood omdat het gamen alle ernst van de dood weg haalt? Of zou het juist goed zijn? De dood is namelijk wél ruimschoots vertegenwoordigt in veel spellen. Misschien maakt het de dood juist normaler en gewoner, en een constant aanwezige werkelijkheid?
Iets om over na te denken. En misschien een mooie vraag voor een onderzoeker, om daar eens naar te kijken. Ik ga in ieder geval lekker verder met mijn spel. Kijken of ik het ditmaal overleef.