Nieuwe column Mariska Overman-Bruntink: Sterven als een eskimo
donderdag 21 mei 2015
Het schijnt dat zowel indianen als eskimo’s de sociale eenzaamheid opzoeken als het sterven nabij is. Misschien is dat een mythe, of misschien gebeurt het echt. Ik weet het niet. Het leek me altijd zo hard, op het moment van sterven helemaal alleen zijn. Niemand mag alleen doodgaan, dacht ik, dat is onnoemlijk triest.
Tot ik me realiseerde dat je altijd alleen doodgaat, ook als er mensen naast je staan. Die eenzaamheid blijft. Jij gaat, de rest blijft. Zij treuren, jij verlaat dit leven met als laatste beeld de gekwelde blikken op hun gezichten. Dat klinkt dramatisch, en dat is het ook. Hun treurnis zal uiteindelijk vervagen. Jouw dood blijft. Dat je het niet meer weet dan, is geen troost. Het laatste dat je wist blijft voor de eeuwigheid, verstild in de tijd, bevroren in dat stervensmoment.
Nee, doodgaan is niet fijn. Het moet wel de meest eenzame aangelegenheid ooit zijn. Ook als er minstens tien mensen rondom je sterfbed zitten. De pijn van het verlaten van de enige zekerheid die je hebt, dit leven, moet ondraaglijk zijn. Al schijnt het dat sommigen, zeker op hoge leeftijd, het sterven, of de dood eigenlijk, verwelkomen. Ik kan mij daar nog niets bij voorstellen. Voor mij is sterven nog steeds iets dat wat ik voor eeuwig wil uitstellen. Niet omdat ik bang ben voor de dood, maar omdat ik bang ben voor niet meer leven. Filosoof René Gude, onlangs overleden, omschreef het treffend als het feestje dat doorgaat terwijl jij vroegtijdig naar huis moet. Dat besef moet zó eenzaam voelen. Dat valt niet op te lossen met zorg, met pijnbestrijding of met kalmerende middelen. Daar kan geen gesprek iets aan veranderen. De grootste liefde van de wereld, of het nou van je partner, van je kinderen of van vrienden is, verandert daar niets aan. En het verdriet van je naasten die achterblijven zonder jou is er nog steeds als jij er niet meer bent. De wanhoop en machteloosheid die dat moet oproepen, kan niet anders dan overweldigend zijn.
Misschien is de traditie van de eskimo’s en indianen niet eens zo verkeerd. Het doet in ieder geval zichtbaar recht aan dat wat inwendig aanwezig is. Een onpeilbare, onbenoembare, maar o zo gevoelde existentiële eenzaamheid.