NFI: Smartwatches bieden nauwkeurig inzicht in tijdstip van overlijden

vrijdag 21 februari 2025

Nieuw onderzoek van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) toont aan dat smartwatches het tijdstip van overlijden met een marge van slechts dertig minuten kunnen bepalen. Dit resultaat is aanzienlijk preciezer dan voorheen mogelijk was. Het onderzoek werd geleid door Tanja Gosseling, forensisch arts in opleiding, onder begeleiding van digitaal forensisch wetenschapper Jan Peter van Zandwijk en forensisch patholoog Bart Latten. Van Zandwijk benadrukt het belang hiervan voor moordonderzoeken: "Een nauwkeurige tijdlijn kan cruciaal zijn bij het oplossen van misdrijven."

De rol van smartwatchgegevens in forensisch onderzoek

Smartwatches meten continu fysiologische gegevens zoals hartslag, beweging en soms het zuurstofgehalte in het bloed. Gosseling onderzocht deze data bij patiënten die euthanasie ondergingen. Drie typen smartwatches werden getest: Garmin, Apple Watch en Samsung Watch. Door de smartwatchgegevens te vergelijken met het exacte tijdstip van overlijden, konden de onderzoekers een marge van dertig minuten vaststellen.

Medisch-ethische toetsing en deelname

Voorafgaand aan het onderzoek werd beoordeeld of het onder de Wet medisch wetenschappelijk onderzoek met mensen (WMO) viel. Een onafhankelijke commissie concludeerde dat dit niet het geval was. Zevenentwintig deelnemers gaven schriftelijke toestemming na volledige informatieverstrekking. Eén deelnemer gaf aan: "Het voelt goed om op mijn laatste dag nog iets bij te dragen aan de wetenschap."

Forensische vooruitgang en toekomstperspectief

Het onderzoek toont aan dat smartwatchdata een belangrijke aanvulling kunnen zijn op traditionele methoden om het tijdstip van overlijden te bepalen, zoals het meten van lichaamstemperatuur. Waar deze methoden vaak een marge van uren hebben, biedt de smartwatchdata een veel nauwkeurigere schatting. Van Zandwijk ziet mogelijkheden voor vervolgonderzoek, bijvoorbeeld naar postmortale verplaatsing. De studie maakt deel uit van het bredere ‘Data2Activity’-programma, dat digitale sporen koppelt aan fysieke activiteiten.