Jaap de Bruijn (Facultatieve) verheugd over besluit Openbaar Ministerie om niet te vervolgen
dinsdag 12 mei 2020
Inmiddels meer dan drie jaar geleden publiceerde een website over een mogelijk niet juist verlopen bedrijfsovername in het jaar 2012. Het betrof een zogenaamde MBO (Management Buy Out) waarbij de vorig jaar overleden Henry Keizer, op het moment van publicatie bestuursvoorzitter van 'de Facultatieve Groep' en partijvoorzitter van de VVD, betrokken was.
Tegen verschillende bestuurders die destijds eveneens betrokken waren bij de MBO – naast toenmalig bestuursvoorzitter Henry Keizer ook financieel directeur Jaap de Bruijn van 'de Facultatieve Groep' - is aangifte gedaan. Het Openbaar Ministerie besloot onderzoek naar de beschuldigingen te doen.
Na een intensief onderzoek van bijna drie jaar heeft het Openbaar Ministerie geconcludeerd dat er geen bewijs is voor de beweerde strafbare feiten. Alle zaken zijn geseponeerd en de gelegde beslagen worden opgeheven.
Jaap de Bruijn heeft persoonlijk, maar ook namens 'de Facultatieve Groep', met instemming kennisgenomen van het besluit van het OM. Aangezien Henry Keizer op 5 oktober 2019 geheel onverwacht overleed, was het onderzoek naar hem reeds gestaakt.
Met dit besluit komt een einde aan een zeer lange periode van onzekerheid. Helaas heeft Henry Keizer deze dag niet kunnen meemaken. Jaap de Bruijn betreurt dat ten zeerste. Het feit dat de naam en reputatie van Henry Keizer postuum zijn gezuiverd, is uiteraard in de eerste plaats van groot belang voor zijn nabestaanden.
In een reactie stelt Jaap de Bruijn: “Bij Henry en mij is er nooit twijfel over geweest dat de transactie in 2012 correct tot stand was gekomen. Ik ben verheugd dat het OM nu ook concludeert dat ons geen verwijt valt te maken. Eerdere procedures tegen onze externe accountant aangespannen bij de Accountantskamer werden, ook in hoger beroep, verloren. Dat gaf natuurlijk al vertrouwen, maar nu kunnen we er een streep onder zetten. We willen nu allemaal, professioneel en persoonlijk, de draad van ons leven weer oppakken en werken aan een positieve toekomst.”
Zowel Jaap de Bruijn als de onderneming zullen, buiten de bovenstaande verklaring, niet meewerken aan beschouwingen achteraf en het geven van verder commentaar.