De Nieuwe Ooster 125 jaar
dinsdag 8 oktober 2019
In 1894 opende de gemeente Amsterdam een nieuwe begraafplaats in het weidse groen van het naburige Watergraafsmeer. De jonge tuin- en landschapsarchitect Leonard Anthony Springer (1855-1940) slaagde erin een begraafplaats te ontwerpen die naar eigen zeggen ‘niet somber en droefgeestig’ is.
Tegenwoordig is De Nieuwe Ooster een groene oase van 33 ha midden in de stad. Een prachtig wandelpark met slingerende paden waar verdriet hand in hand gaat met natuur en rust. De Nieuwe Ooster is daarnaast een plek waar wordt gewerkt. Er zijn dagelijks acht tot twaalf uitvaarten. Dat vraagt om een professionele organisatie met gevoel. In het boek Mensenwerk op de begraafplaats dat ter gelegenheid van het jubileum verschijnt laat auteur Trudy Admiraal in twaalf persoonlijke interviews de mensen van De Nieuwe Ooster zien. Van de grafdelver tot de directeur; de schoonmaker en de hovenier. De portretten van Edwin Butter en het warme voorwoord van burgemeester Femke Halsema maken dit boek compleet.
Het allereerste ‘mensenwerk’ voor het gedenkpark werd rond 1890 verricht door landschapsarchitect L.A. Springer. Inmiddels is zijn ontwerp Rijksmonument en zijn gedenkpark een bomenmuseum. De man waarmee het allemaal begon heeft zelf nog nergens een monument. Daar wil De Nieuwe Ooster verandering in brengen! Beeldend kunstenaar Harriet Jellema ontwierp daarom in opdracht van De Nieuwe Ooster een borstbeeld in klei van Springer. Stichting Arboretum De Nieuwe Ooster zamelt geld in om het ontwerp in brons af te laten gieten en Springer zo zijn blijvend eerbetoon te geven.
Op de begraafplaats rusten Amsterdammers die, ieder op zijn of haar eigen manier, mensenwerk deden voor de stad. Om hen te eren presenteert de Werkgroep Stenen Archief een route met informatie over leven en werk van deze Mokumers.
