Brief Minister met antwoorden Kamervragen mortuariumkosten
woensdag 30 maart 2016
In het onderstaande bericht kunt u de brief van Minister Edith Schippers van Volksgezondheid betreffende de Kamervragen van Kamerlid Bruins Slot (CDA) over onverwachte rekening mortuariumkosten voor nabestaanden.
Brief met vragen en antwoorden:
1.Heeft u de tv-uitzending gezien over de nog steeds bestaande praktijk dat nabestaanden geconfronteerd worden met onverwachte kosten van ziekenhuismortuaria? 1)
1.Ja.
2.Herinnert u zich uw antwoorden op eerdere vragen over mortuariumkosten in het ziekenhuis? 2)
2.Ja.
3.Wat vindt u van de uitspraak in de uitzending dat mortuariabeheerders onvoldoende duidelijk maken dat zij niet in opdracht van het ziekenhuis werken, en dat voor hun werkzaamheden een aparte rekening komt?
4.Deelt u de mening dat zowel verpleeghuizen als ziekenhuizen duidelijk moeten aangeven of zij het mortuariumbeheer wel of niet in eigen handen hebben, en welke financiële gevolgen dit heeft? Welke rol hebben bestuurders van deze instellingen hierin?
5.Wat vindt u van de voorbeelden dat nabestaanden bij zowel ziekenhuizen als verpleeghuizen geconfronteerd worden met mortuariumkosten waarvoor zij geen uitdrukkelijke toestemming hebben gegeven? Hebben nabestaanden mogelijkheden om voor de kosten waarvoor zij geen toestemming hebben gegeven dit niet te betalen? Zo ja, welke?
7.Welke mogelijkheden hebben nabestaanden om klachten in te dienen over een dergelijke handelwijze, en waar kunnen ze dit doen?
3, 4,5 en 7
Voorafgaand aan het verlenen van diensten waarvoor achteraf kosten in rekening worden gebracht, moet er een overeenkomst zijn tussen nabestaanden en opdrachtnemer. Daarin is ook begrepen informatie over de financiële gevolgen van die overeenkomst. De verantwoordelijkheid daarvoor ligt primair bij de mortuariabeheerders.
Nabestaanden dienen klachten primair te richten aan de mortuariumbeheerder. Deze is er immers voor verantwoordelijk dat voorafgaand aan deze vorm van dienstverlening een zo expliciet mogelijke overeenkomst wordt afgesloten. Ik verwacht overigens dat goede en tijdige communicatie tussen de instelling en nabestaanden over de noodzakelijke nazorg bij overlijden die nog door de instelling wordt verleend, nabestaanden vroegtijdig kan attenderen op de noodzaak tot tijdig overleg met een mortuariumbeheerder.
6.Vindt u dat afgelopen twee jaar de informatievoorziening van ziekenhuizen en verpleeghuizen ten aanzien van de mortuariumkosten verbeterd is? Zo ja, waarom dan?
6.Ik kan daarover geen uitspraak doen omdat ik daarover geen gegevens heb.
8.Bent u bereid deze problematiek onder aandacht te brengen van de betrokken brancheorganisaties vanuit de zorg en de uitvaartsector?
8.Zie het antwoord op de vragen 3,4,5 en 7. Er dient een overeenkomst te worden gesloten waarin ook de financiële gevolgen helder zijn. Klachten over deze overeenkomst dienen te worden ingediend bij de partij waarmee de overeenkomst is gesloten.
1) Kassa d.d. 20 februari 2016
2) Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2013-2014, nr. 2116