684 verkeersdoden in 2023
61 minder doden in verkeer dan jaar eerder
woensdag 10 april 2024
In 2023 kwamen 684 mensen in Nederland om door een verkeersongeval. Dat zijn 61 verkeersdoden minder dan een jaar eerder, maar opnieuw meer dan tussen 2010 en 2021. Voor het vierde jaar op rij kwamen meer fietsers (270) dan inzittenden van personenauto's (194) om in het verkeer. Dit meldt het CBS op basis van de nieuwste cijfers.
Sinds het begin van deze eeuw is het jaarlijkse aantal verkeersdoden tot 2010 afgenomen. Dat komt vooral doordat minder mensen in personenauto's verongelukten. Daarna schommelt het aantal jaarlijks, met een daling tijdens de coronapandemie. Tegelijkertijd is het aantal fietsende verkeersslachtoffers de laatste jaren toegenomen.
In 2023 kwamen 270 fietsers om het leven in het verkeer, 20 minder dan het jaar ervoor. In beide jaren reed minimaal 40 procent van hen op een e-bike. 194 inzittenden van een personenauto hadden een fataal ongeluk, 27 minder dan in 2022. Ook overleden 71 voetgangers, 53 mensen in een scootmobiel, 46 motorrijders, 32 brom- en snorfietsers en 16 inzittenden van een bestel- of vrachtauto als gevolg van een verkeersongeval.
4 op de 10 fietsdoden door botsing met auto
Van 2019 tot en met 2023 overleden 1 199 fietsers door een verkeersongeval. Van hen kwam 42 procent om door een aanrijding met een personen- of bestelauto. Bijna 10 procent overleed na een aanrijding met een vrachtauto of bus en 32 procent kwam om het leven zónder botsing. Ze kwamen bijvoorbeeld ongelukkig ten val. Van de verongelukte fietsers van 75 jaar of ouder had 38 procent geen botsing gehad.
Van de 1 022 verkeersdoden onder inzittenden van een personenauto had 29 procent een aanrijding met een andere personen- of bestelauto en 13 procent met een vrachtauto of bus. Bij 40 procent was een botsing met een vast object de oorzaak. Bij de om het leven gekomen voetgangers was in twee derde van de gevallen een personen- of bestelauto betrokken en bij 16 procent een vrachtauto of bus.