Katholieken
Sacrament, voorbereiding, wake, zalving
Nog niet zo heel lang geleden mochten katholieken na hun dood alleen begraven worden. Tot 1963 gold een pauselijk decreet uit 1886 dat crematie verbood. Paus Paulus VI keurde op 5 juli 1963 (een maand nadat hij paus was geworden) een versoepeling van het rooms-katholieke standpunt inzake crematie goed. Vanaf dat moment was cremeren ook voor katholieken toegestaan. Op 27 januari 1964 vindt de eerste kerkelijke uitvaart plaats (met toestemming van de bisschop) van een zeer gelovige katholieke man die had gekozen voor crematie. Deze crematie vond plaats in het crematorium in Groningen.
Voor katholieken is 2 november de dag dat overledenen worden herdacht. Deze dag wordt Allerzielen genoemd. Familie en vrienden gaan naar de kerk of naar het kerkhof. Ze maken het graf van hun dierbare schoon en leggen er bloemen of planten op.
Belangrijk om te weten
Katholieken mogen sinds 1963 kiezen voor crematie
2 november worden doden herdacht
Er wordt gebeden voor zielerust voor overledene
Sacramenten
In de katholieke kerk spelen sacramenten een belangrijke rol. Sacramenten zijn rituele tekenen waarin de gelovige de nabijheid van God wil ervaren. Mensen in levensgevaar krijgen het Heilig Oliesel, of zoals men tegenwoordig liever zegt: de ziekenzalving. Het sacrament voor een stervende wordt ook wel het laatste sacrament of het sacrament der stervenden genoemd.
Hemel, hel en vagevuur
Katholieken geloven dat de ziel van de overledene na de dood voortbestaat in het hiernamaals. Traditioneel bestaat het beeld van hemel, hel en vagevuur. Waar de ziel na de dood terechtkomt, is afhankelijk van de mate waarin iemand tijdens zijn leven heeft gezondigd en daarvoor vergeving heeft gekregen. Daarom bidden de nabestaanden voor de zielerust van de overledene.
Begrafenis of crematie?
De priester of pastor speelt een belangrijke rol bij de voorbereiding van de begrafenis of crematie. Aan de crematie zal meestal een eucharistieviering of een woord- en gebedsdienst in de parochiekerk voorafgaan. Door het grote priestertekort van tegenwoordig heeft lang niet iedere geestelijke tijd om na de mis mee te gaan naar het crematorium. De laatste plechtigheden worden dan aan de uitvaartverzorger overgelaten. Eventueel wordt de woord- en gebedsdienst in de aula van het crematorium gehouden, wanneer de nabestaanden daar prijs op stellen. Een eucharistieviering wordt bij voorkeur in de kerk gehouden.
De voorbereiding
Traditioneel is de uitvaartmis vastgelegd in de zogeheten requiemmis, gericht op de reiniging en de rust van de ziel van de overledene. Slechts bij de dood van jonge kinderen werd daarvan afgeweken. Dan werd er een 'engelenmis' opgedragen waarbij werd uitgegaan van de reinheid van de kinderziel die naar de hemel zou gaan. Tegenwoordig zoekt de pastor vaak samen met de directe nabestaanden teksten en liederen uit die naar voren worden gebracht bij de verschillende religieuze bijeenkomsten die zullen volgen.
De avondwake
De traditie om tot het tijdstip van de uitvaart bij de dode te waken is geen gemeengoed meer. Als iemand thuis overlijdt en wordt opgebaard gebeurt dat soms nog wel. Meestal echter wordt op de avond voor de begrafenis in de kerk of de aula van een verpleeg- of bejaardenhuis een avondwake gehouden. Daarbij wordt de levensloop van de overledene gememoreerd en wordt voor hem en de nabestaanden gebeden. Ook wordt om vergeving van schuld gevraagd en worden teksten gelezen en liederen gezongen. De aanwezigheid van veel vrienden en bekenden bereidt de nabestaanden mentaal voor op de uitvaart. Na de avondwake is er soms gelegenheid tot condoleren of het tekenen van een condoleanceregister, maar meestal stelt men het condoleren uit tot na de uitvaartplechtigheid.
De uitvaartmis
Op de dag van de uitvaart nemen de directe nabestaanden afscheid van de overledene en begeleiden de kist vervolgens naar de kerk. Daarbij worden bloemen op de kist gelegd. Bij binnenkomst in de kerk komt de priester de stoet tegemoet en besprenkelt de kist met wijwater. In de kerk branden kaarsen en zingt het kerkkoor. Tijdens de gebeden worden nogmaals de goede kwaliteiten van de overledene naar voren gehaald en wordt gebeden voor de nabestaanden. In de pauze wordt gecollecteerd voor de kosten van herdenkingsmissen en soms wordt daarbij een bidprentje uitgedeeld. Dat prentje kunnen mensen als herinnering in hun kerkboek leggen, zodat ze de overledene later in hun gebeden zullen gedenken.
De uitvaartmis wordt beƫindigd met de 'absoute'; een ritueel waarbij de priester de kist met wijwater besprenkelt en bewierookt, onder het uitspreken van begeleidende gebeden. Tegenwoordig wordt de absoute vooral opgevat als een laatste eerbetoon aan het overleden lichaam van de overledene. Het is echter ook een laatste gebed om vergeving van de zonden van de overledene.
Terwijl het koor zingt, gaan de priester en de misdienaars als eersten de kerk uit, op weg naar het kerkhof of naar de begraafplaats; daarna volgen de aanwezigen de dragers met de kist. Buiten beginnen de klokken te luiden, maar verder verloopt de begrafenis in grote zwijgzaamheid.
Bij het graf
Bij het graf gaat de priester aan het uiteinde van het graf staan en staat een lid van de parochie met een kruis aan het hoofdeinde. In stilte bewierookt en zegent de priester het graf. De nabestaanden en belangstellenden staan om het graf heen terwijl de dragers de kist laten dalen. Vervolgens bidt de priester het Onze Vader en strooit hij een schepje aarde op de kist met de woorden 'Gij bent stof en tot stof zult gij wederkeren.' De nabestaanden en andere aanwezigen kunnen vervolgens ook een schepje aarde op de kist strooien. Als mensen dit te ver vinden gaan, kunnen ze dit ritueel vervangen door het besprenkelen van de kist met wijwater of het strooien van bloemen. Meestal wordt familie en buren gevraagd deel te nemen aan de koffietafel, thuis of in een daarvoor gehuurde zaal. Op verjaardagen en op de sterfdag wordt vaak een mis opgedragen, waarin speciaal voor de overledene en andere overleden familieleden wordt gebeden.
Print deze pagina