Beelden van de dood
Linda Wormhoudt | 2007
De dood heeft verschillende gezichten. In de loop der eeuwen zijn er een aantal archetypische beelden ontstaan, met hier en daar kleine varianten, maar in wezen hetzelfde. In Europa zien we de dood voornamelijk als mannelijk: een skelet met een mantel, de man met de zeis, Heer Dood die zonder onderscheid iedereen komt halen. De tijd is op, je nummertje is aan de beurt, onderhandelen heeft geen zin. Niemand ontsnapt aan Heer Dood, dat is de enige zekerheid in het leven. Het is een schande.
In films en boeken zien we dit beeld ook, de dood verschijnt ook hier als heerschap, en men probeert van alles om te ontkomen aan zijn macht. Tevergeefs. Vraag mensen hoe ze de dood zien, en de meest gruwelijke beelden komen voorbij: een wezen zonder mededogen, een uitgemergelde hand, een zwarte of grijze mantel met alleen zacht gloeiende rode ogen, een soort Darth Vader. De dood is een Bullebak, een soort belasting ambtenaar in optima forma. Gesprekken lijken niet mogelijk, uitleg al helemaal niet. Wij stervelingen voelen ons tekort gedaan door deze man in black. Het is oneerlijk zeggen we, leven is ons recht, en de dood berooft ons van al onze plannen en dromen. De vraag 'waarom?' blijft onbeantwoord, de nabestaanden blijven hulpeloos achter in het aardse tranendal. Het is niet verwonderlijk dat we ons met hand en tand tegen de dood verzetten: wie wil er nu een eisende uitgemergelde zwerver aan de deur?
Onze Noord-west Europese voorouders hadden totaal andere beelden van de dood. De dood werd gezien als een potentieel nieuw begin, wat afhing van de manier waarop je je leven had geleid. Het dodenrijk was een continent met verschillende contreien: er was een land voor de ongelukkige doden, een land voor helden, een land voor doden die door heftige emoties geen afscheid konden nemen van hun aards bestaan. Een van de landen was het ultieme land van geluk en vrede. De Kelten noemen deze wereld Annwn, de Sami uit Scandinavië noemen het Jabmeaimo. Hier bleven de overledenen totdat het tijd was om door te gaan naar een eventueel volgend stadium. Veel mensen accepteerden hun vervelende of moeilijke aardse bestaan, door te dromen over de prachtige kansen die men na de dood zou kunnen krijgen.
De Germanen
Bij onze voorouders waren er ook vrouwen die het masker van de dood droegen. Het dodenrijk wordt door de Germanen gesitueerd in de onderwereld, waar Godin Hel de scepter zwaaide. Ze was half wit en half zwart, half dood en half levend, en de zwart/witte ekster was aan haar gewijd. Het was een pittig type, en ons woord ''hel'' komt van haar af. Wij kennen haar vooral als Vrouw Holle, van het gelijknamige sprookje. In het sprookje dalen twee meisjes af in een put: symbool voor de reis naar het dodenrijk.
In het Walhalla stond het paleis waar de heldhaftige doden naartoe gingen na hun dood in de strijd. Hier genazen gestorven helden op wonderbaarlijke wijze van hun verwondingen, en konden ze zich overgeven aan drinkgelagen en maaltijden. Ze werden bediend door de Walkuren, vrouwelijke geesten, die de heldhaftige gesneuvelden ophaalden van de slagvelden. Deze dames waren amazone-achtige bloedmooie vrouwen, die luid schreeuwden en krijgers stimuleerden om te vechten. Al schuddend met hun blonde lokken haalden zij de krijgers op en escorteerden ze hen naar een drinkhal. Wie wil er niet door zo'n prachtig wezen worden opgehaald?
De Germaanse Nornen beslisten over de levens van de mensen. Deze drie vrouwen worden ook wel 'schrijfsters' of 'de schrijvende vrouwen' genoemd: ze schreven het lot op van de mensen in boeken of geschriften. De Nornen zijn als spinnende beschiksters van het lot te vergelijken met de Griekse Moirae, door de Grieken ook Meliae of nimfen van de es genoemd. Er is ook een verwantschap met de Keltische feeën. Onder het zingen van liederen weefden de Nornen de geschiedenis. Het lot van ieder mens werd bij de geboorte vastgelegd. Daarnaast waren er de dísir, vrouwelijke beschermgeesten die ondermeer als taak hadden vrouwen bij te staan bij de geboorte van een kind.
De Kelten
Ook de Kelten hadden een vrouwelijk beeld van de dood. Morrighu, in latere verhalen afgebeeld als halfzuster van de legendarische koning Arthur, is van herkomst een Ierse godin van de slagvelden, een godin die de zielen van de stervenden kwam halen.
Morrighu is een godin met meerdere gezichten, net als de maan waarmee ze verbonden is. Ze is maagd, moeder maar ook Vrouwe Dood. Dat laatste aspect is zichtbaar als ze, in de gedaante van een raaf, over het slagveld vloog als de slag gestreden was. Haar rol lijkt nogal op die van de Germaanse walkuren. Morrighu was zowel een Godin van de strijd als van de vruchtbaarheid. Leven en dood verenigd in een godin: beide kanten van de medaille. Haar naam kan vertaald worden als Grote Koningin en als Spookachtige Koningin. Ze verschijnt zowel als enkele Godin en als een trio van Godinnen. Ze scheen er leuk uit te zien, volgens de overleveringen.
Morrighu’s origine lijkt uit de Moeder-cultus te komen. De Moeders (Matrones, Idises, Disir) verschenen meestal als drievoudige godinnen. Ook latere Keltische Godinnen verschenen als vrouwelijke trio's die door middel van magie oorlogen voerden. Als oorlogs godinnen werden zij ook geassocieerd met het lot en geboorte, net als het verschijnen vlak voor de dood of om de overledene te escorteren.
Het vrouwelijke water
De zee is de Al moeder, al het leven komt uit de zee voort. Ze wordt gezien als vrouwelijk en baart het leven. Maar de zee is ook gevaar en chaos, en de Moeder geeft en neemt. Volgens de Kelten lag het dodenrijk ‘aan de andere kant van het water’, en moest je daar per boot naartoe. Het dodenrijk werd gesitueerd in het Westen, en tijdens je reis naar het dodenrijk werd je ziel op verschillende manieren getest.
Doordat het dodenrijk geassocieerd werd met de reis over zee, werden sommige mensen begraven met boot en al om die reis te symboliseren. In Engeland en de Scandinavische landen zijn daar archeologische bewijzen voor gevonden. In veel andere gevallen werd een overledene opgebaard in een boot, die vervolgens in brand werd gestoken. Dit gebeurde ook in de Legende van Koning Arthur, die stervende in een boot werd gelegd en naar een mythisch eiland werd gevoerd, in dit geval Avalon, het appel eiland. De appel is voor de Kelten het symbool voor het eeuwige leven.
De dood werd niet gezien als het einde, maar als een reis naar andere werelden, die parallel liepen aan de aardse wereld. Er waren spannende avonturen, mooie vrouwen, knappe krijgers: voor elk wat wils.
De dood is geen enge man met een slecht afgewerkte mantel en rammelende botjes. De dood is volgens onze voorouders, soms een godin met zwart haar, vergezeld door raven. Of een blonde stoot die, al schreeuwend je komt ophalen voor een drinkgelag. Dit is al bepaald door drie schrijvende vrouwen, die al wevend besloten: dan en dan is jouw tijd aangekomen. We gaan naar prachtige landen waar alles goed is. Men zou bijna de angst voor de dood vergeten.
© Linda Wormhoudt Website www.ceremonial.nl
Print deze pagina