stiefkind, geregistreerd partnerschap en successiebelasting
23 september 2004
Vraag nummer: 8671 (oude nummer: 4688)
Mevr. A en mevr. B wonen samen met notarieel samenlevingscontract. Testamentair hebben zij elkaar over en weer tot erfgenaam benoemd.
Mevr. A heeft 1 meerderjarig uitwonend zelfstandig kind C uit vorig huwelijk, dat is ontbonden door echtscheiding.
Via testamenten is geregeld dat na overlijden van de langstlevende alles vererft naar kind C.
Vraag 1. Als uiteindelijk C alles erft van B (niet zijn moeder) wordt dan successierecht geheven naar tariefgroep III (41-68%)?
Vraag 2. Als A en B nu een geregistreerd partnerschap aangaan (of trouwen) en C erft in dat geval uiteindelijk alles van B, wordt dan successierecht geheven naar tariefgroep I (5-27%)?
Vraag 3. (Als vraag 1 bevestigend wordt beantwoord) Zijn er andere mogelijkheden, als A en B nu geen geregistreerd partnerschap aangaan (of trouwen), om te voorkomen dat uiteindelijk successierecht wordt geheven naar tariefgroep III, als C erft van B?
Met vriendelijke groet,
H. van Faassen
Antwoord:
Geachte heer/mevrouw,
Volgens de wet ontstaat door een huwelijk of geregisteerd partnerschap aanverwantschap tussen de (stief-) ouder en het (stief) kind. Op grond van de successiewet wordt aanverwantschap gelijk gesteld (in beginsel) met bloedverwantschap. Als het geregistreerd partnerschap eindigt (anders dan door overlijden) eindigt ook het aanverwantschap.
uw vragen:
1. inderdaad is tariefgroep III van toepaasing
2. inderdaad is tariefgroep I van toepassing
3. zonder huwelijk/geregistreerd partnerschap zal indien C erft van B tarief III van toepassing zijn. Er is volgens mij geen andere weg.
De enige mogelijke weg is (maar dan erft C niet van B) de zogenoemde 2-traps making: B erft van A maar in het testament is bepaald dat alles wat B overhoudt van de nalatenschap van A ten goede komt aan C bij overlijden van B.