Schenking en 180-dagen regeling
11 september 2003
Vraag nummer: 8017 (oude nummer: 3047)
Mevrouw, mijnheer,
De successiewet kent een fictiebepaling die aangeeft dat schenkingen, welke gedaan zijn binnen 180 dagen voor het overlijden van de erflater, geacht worden te zijn verkregen uit hoofde van vererving en dus bij de nalatenschap moeten worden opgeteld, ook als er testamentair is vastgelegd dat gedane schenkingen vrij zijn van inbreng.
Mijn vraag is of een bovengenoemde verplicht ingebrachte schenking, dus op basis van de zogenaamde 180-dagen regeling, ook moet worden meegenomen in de verdeling van de nalatenschap onder de erfgenamen of betreft het alleen een bepaling met betrekking tot de berekening van de successie.
Bij voorbaat dank voor Uw antwoord.
Antwoord:
Geachte heer/mevrouw,
De fictie betreft een fiscale regeling. De civielrechtelijke inbreng speelt niet. Het bedrag van de schenking wordt dus ook niet betrokken in de verdeling. Dit kan anders zijn als de inbrengregel of de inkortingsregel wel van toepassing is.
Volgens de wet overigens geldt de fictie-bepaling niet altijd. Er zijn bepaalde schenkingen (m.n. enkele waarvoor een vrijstelling geldt) die niet belast zijn met successiebelasting.
Overigens kan het verschuldigde schenkingsrecht wel worden verrekend met de verschuldigde successierecht.