Wie betaald uitgestelde erfbelasting en erfbelastingschuld?
28 februari 2017
Vraag nummer: 49838
De vraag met nummer 13684 is naar mijn mening niet beantwoord. Wat als de verschuldigde erfbelasting NIET door de langstlevende betaald is? Gaat de belastingdienst de oorspronkelijk verschuldigde erfbelasting dan vorderen na overlijden van de langstlevende bij de erfgenamen ook als er schulden zijn en er niets over is? Want het zal wel niet mogelijk zijn met terugwerkende kracht de eerste erfenis die overgegaan is naar de langstlevende te verwerpen (na bijvoorbeeld 20 jaar). Bij voorbaat dank. Vraag nummer: 13684 (oude nummer: 15459)
als er via een testament sprake is van uitgestelde erfbelasting tot na het overlijden van de langstlevende, maar de langstlevende heeft de erfenis om wat voor reden dan ook 'opgegeten', blijft het kind dan - zonder iets te erven want er is immers geen erfenis meer - achter met een erfbelastingschuld over het kindsdeel van de eerstoverleden ouder dat destijds niet is uitgekeerd?
Antwoord:
Geachte heer/mevrouw,
Het erfdeel van kinderen kan mogelijk pas veel later opeisbaar zijn, de daarvoor verschuldigde erfbelasting moet doorgaans (door de langstlevende) meteen betaald worden. Deze vorderingen van de kinderen zijn dan schulden van de langstlevende en verlagen de nalatenschap van deze. Is er echter niets over, dan valt er niets te verlagen en is er erfbelasting betaald over iets wat niet/nauwelijke te incasseren is.
Antwoord:
Geachte heer,
Zoals eerder aangegeven zal er direct erfbelasting verschuldigd zijn over de kindsdelen en zal die worden betaald door de langstlevende. De belastingdienst zal lijkt mij niet toestaan dat die niet wordt betaald. En als dat al gebeurd, dan zal de belastingdienst aankloppen bij de kinderen en niet wachten tot de langstlevende is overleden.
Dat een testament het mogelijk maakt dat erfbelasting die verschuldigd is bij overlijden van de eerste ouder pas betaald behoeft te worden bij de tweede ouder, komt mij wat vreemd voor.
Misschien is in uw geval sprake van een zogenoemde tweetrapsmaking. Dat is een bijzonder langstlevende testament, dat niet in alle gevallen goed uitpakt.