Testament
17 februari 2020
Vraag nummer: 60081
Mijn vader is onlangs overleden. Hij heeft in zijn testament de helft van zijn vermogen nagelaten aan een vriendin (Niet gehuwd, niet samenwonend en geen geregistreerd partnerschap). De andere helft laat hij na aan zijn 3 kinderen. De jongste van deze kinderen is verstandelijk gehandicapt en ikzelf ben van deze zoon de curator. Mijn vader heeft in zijn testament opgenomen dat wanneer mijn gehandicapte broer komt te overlijden, het evt. restant van hetgeen hij heeft geërfd van zijn vader, terug moet vloeien naar de vriendin van mijn vader of, indien zij al eerder is overleden, naar haar kinderen en kleinkinderen. Mag dit zomaar? Of kan ik voor mijn broer een testament op laten stellen waarin hij aangeeft dat hij wil dat zijn evt. vermogen naar zijn broers en/of hun kinderen gaat?
Antwoord:
Geachte heer,
Een bepaling in een testament waarin wordt aangegeven dat het geerfde vermogen na overlijden van een erfgenaam (de bezwaarde geheten) ten goede komt aan degene die in het testament is aangewezen (verwachter geheten), noemen we een tweetrapsmaking. Dat is in beginsel toegestaan. Of de legitieme aanspraak daar nog invloed op kan hebben zou nader door een notaris moeten worden onderzocht.
In de tweetrapsmaking kan zijn aangegeven dat de bezwaarde het recht heeft anders te bepalen in een testament. Of een curator dat ook zou kunnen, kan ik niet beoordelen.