anti schoonzoon/dochter clausule
31 mei 2004
Vraag nummer: 8555 (oude nummer: 4360)
Mijn grootvader heeft in 1977 een testament laten maken, volgens mijn familie was het de bedoeling
dat hiermee o.a. voorkomen zou worden dat vermogen op geen enkele manier naar de koude kant zou gaan ook niet naar zijn schoonzoon(s) of schoondochter(s)", echter in zijn testament staat alleen vermeld " te benoemen tot zijn enige erfgename zijn wettige nakomelingen, gezamenlijk en voor gelijke delen , met dien verstande dat bij vooroverlijden van een of meerdere der benoemde erf genamen, de afstammelingen van de vooroverlede(n) in de plaats van de vooroverleden zullen treden" voor zover ik op de hoogte ben van de huidige testamenten houd dit alleen in dat er geen vermogen naar de famillie van mijn grootmoeder zou gaan maar wel naar de aangetrouwde familie van de wettige erfgename.
Is mijn vermoeden juist of is het zo dat 27 jaar geleden voorgenoemde tekst als zogenaamde anti-schoonzoon/dochter clausule werd gezien ? en dus ook nu nog zo kan worden uitgelegd ?
Antwoord:
Geachte heer,
De tekst zoals door u opgegeven geeft alleen aan wie de erfgenamen zijn. Is een erfgenaam gehuwd in gemeenschap van goederen of gaat een erfgenaam trouwen in gemeenschap van goederen en komt het vervolgens tot scheiding dan heeft de aangetrouwde (op dat moment ex-aangetrouwde) in beginsel recht op de helft van de erfenis.
Ik zie in uw tekst dus geen anti-schoonzoon/dochter element.