Bas de Leng, thanatopracteur
Marijke Streefkerk | Doodgewoon | 1997
Redactionele opmerking: De inhoud van dit artikel uit 1997 is (deels) gedateerd. Thanatopraxie is sinds januari 2010 ook in Nederland toegestaan.
Bas de Leng is voorstander van het wettelijk toestaan van thanatopraxie. Niet zo verwonderlijk, want hij is een van de weinig erkende thanatopracteurs die ons land rijk is, opgeleid in Frankrijk. "Stel een familie zegt dat vader dag en nacht achter zijn bureau zit. Waarom zou je hem dan niet op die manier opbaren?"
Bas de Leng (43) leeft van de dood, net als zijn vader vroeger. Al toen hij veertien jaar oud was, deed hij vakantiewerk in een ziekenhuis. Zijn vader, obductie-assistent, schuwde niet hem om hulp te vragen als er weer eens een patiënt uit de kist moest worden gehaald. "Er liepen daar mannen van de technische dienst rond. Van die grote kerels die er geen enkele moeite mee hebben een riool te ontstoppen, maar als het op het verplaatsen van een dode aankwam, lieten ze het afweten."
Wat formaat betreft zou De Leng best een van die grote kerels van de technische dienst kunnen zijn, maar zodra het over de dood gaat, wijkt zijn houding op alle fronten van deze verder zo stoere mannen af. De Leng groeide op met de dood. Bij hen thuis werd het onderwerp aan tafel besproken. "De dood was voor ons niet afschrikwekkend." Tussen de sperzieboontjes en de yoghurt door kwam het laatste obductiegeval van zijn vader ter sprake. Nu hij zelf een gezin heeft, gaat het niet anders. Een buitenstaander zou kunnen schrikken van de tafelgesprekken bij de familie De Leng. "Er rust geen taboe op het onderwerp. Als mijn zoon een vriendin meebrengt, moeten we onze taal zelfs kuisen."
De Leng begon zijn carrière als obductie-assistent in het Merwede-ziekenhuis in Dordrecht. Twintig jaar later vertrok hij, inmiddels mortuariumbeheerder, naar het startende Cura Mortum Orum (CMO). De directeur van dit bedrijf, dat in het hele land mortuaria beheert, nam hem in dienst, omdat hij beschikt over medische kennis waaraan het commerciële CMO behoefte had. Cura Mortu Orum betekent vrij vertaald: zorg voor de doden. Precies datgene waarmee De Leng zich zijn hele loopbaan had beziggehouden en nog steeds bezighoudt.
"Als er in Nederland iemand overlijdt die in Suriname begraven wil worden, moet hij gebalsemd worden." Balsemen is een recht dat in Nederland alleen leden van de koninklijke familie na hun dood hebben. Voor de gewone Nederlander (of buitenlander) wordt alleen een uitzondering gemaakt als vervoer naar het buitenland wordt gewenst. Een overledene die vanuit een ander land naar Nederland komt, is ook meestal gebalsemd. Nederlanders zonder koninklijk bloed in hun aderen die na hun overlijden gebalsemd willen worden, kunnen de wet omzeilen door in het buitenland te sterven, bijvoorbeeld in de Verenigde Staten, waar balseming regel in plaats van uitzondering is. Door zijn werk voor CMO kwam De Leng meer dan voorheen in aanraking met buitenlandse gewoonten rond een overlijden, waaronder thanatopraxie, de lichte vorm van balseming. Als het aan De Leng en een aantal mensen uit het uitvaartwezen ligt, komt aan het huidige totaalverbod op elke conserverende behandeling van het lichaam een einde en zal thanatopraxie toegestaan worden. Of dat een spoedig einde zal zijn, is nog maar de vraag: "Het voorstel is nu gedaan bij het ministerie van Binnenlandse Zaken, door het Platform Uitvaartwezen, maar met al die papierrompslomp kan het nog wel een tijdje duren, voordat we uitsluitsel hebben."
"Men is bang dat een met thanatopraxie behandeld lichaam niet verteert." De wet schrijft voor dat een begraven lichaam binnen tien jaar verteerd moet zijn. Als er sprake is van normale omstandigheden: het lichaam is begraven in grond die voldoende zuurstof doorlaat om de vertering te bevorderen, is dat geen probleem. Volgens De Leng reageert een behandeld lichaam precies hetzelfde als een onbehandeld stoffelijk overschot. "Een Franse professor heeft dat onderzocht. Twee lichamen, een behandeld en een onbehandeld lijk, zijn onder dezelfde omstandigheden begraven. Na zeven jaar werden de graven geopend. Het met thanatopraxie behandelde lichaam was verdroogd. Het onbehandelde lichaam was vergaan." Hij drukt het plastisch uit: "Het ene was verstoft en het andere verrot, om het zo maar te zeggen." Dat de mens volgens de Prediker stof is en als zodanig ook weder zal keren, komt hierdoor in een wel heel actueel licht te staan.
------------------------------------------------------------------------------------------------------------- "In Amerika komt het voor dat ze meteen maar een facelift geven, dan lijkt oma twintig jaar jonger."
-------------------------------------------------------------------------------------------------------------
De Leng besloot op de Nederlandse situatie vooruit te lopen en volgde in Frankrijk een cursus die hem gediplomeerd thanatopracteur maakte. "Je krijgt eerst twee maanden theorie, daarna loop je met iemand mee en kijk je hoe die zijn werk doet. Pas als je zelf 125 thanatopraxies hebt uitgevoerd, mag je examen doen. Er wordt dan een lichaam aangewezen. Terwijl je met de behandeling bezig bent, loopt de examinator rondjes en vraagt constant wat je gaat doen en waarom je dat doet."
De examinator ziet dan live wat de deelnemers aan De Lengs work-shop op het onlangs gehouden congres Vernieuwing in de Lijkbezorging op video zagen. Niet iedereen was daarvan gecharmeerd. De in de zaal aanwezige professionals reageerden niet allemaal even koelbloedig op de beelden. Een aanwezige kon nauwelijks een zenuwlachje verbergen. Begrijpelijk, want reality tv mag voor de doorgewinterde kijker dan dagelijkse kost zijn, een thanatopraxie behandeling ligt toch een tikkeltje anders. Er zijn genoeg dramatische effecten aanwezig om het spannend te maken, maar er is geen overlevende die de kijker vertelt over de gelukkige afloop. Het lichaam op de video zag er zo dood uit, dat het niets te maken had met de bleke acteurs die in een speelfilm voor dood doorgaan. Het was echt dood en daardoor des te confronterender. De Leng voorzag de beelden van toelichting. Bij een thanatopraxie behandeling zijn de arteriën (halsslagaders) en vena (aders) het belangrijkst. Daar waar die aan de oppervlakte komen, in de lies, op de armen en in de halsstreek, kan de voor conservering dienende vloeistof onder druk toegediend worden. "In Frankrijk werken ze vooral met de halsslagader, omdat die het dichtst bij het gezicht zit, waardoordat het mooist uit de behandeling tevoorschijn komt. Het nadeel daarvan is, dat als er iets misgaat, dat ook het duidelijkst zichtbaar is." En fouten zijn fataal, want onherstelbaar. Volgens De Leng overkomt het een goede thanatopracteur niet: "Die weet precies waar hij mee bezig is, de opleiding is er niet voor niets."
Er wordt gewerkt met een conserverende vloeistof, dat voor 0,5 procent uit de desinfecteervloeistof formaline bestaat, dit in tegenstelling bij balsemen waar de vloeistof die ingespoten wordt uit 4,6 procent formaline bestaat. De verhouding is ook afhankelijk van de lichaamsbouw van de patiënt. Bij een kind zal minder formaline nodig zijn dan bij een corpulente volwassene. Ook medicijngebruik speelt een rol. "Als de huid daardoor verkleurd is, bijvoorbeeld gelig, dan zou ik hem nooit de normale kleur vloeistof geven. Voor je het weet ziet zo'n lichaam groen." Een teveel aan vloeistof kan onnatuurlijke zwellingen veroorzaken. Een dode die tijdens zijn leven dunne lippen had, gaat na zo'n fout met een mooi gewelfde mond het graf in. Door dat soort fouten komt het hoofddoel van thanatopraxie: de rouwverwerking voor de nabestaanden zo optimaal mogelijk maken, in de verdrukking. Een dode hoeft er natuurlijk niet als een levende uit te zien, hoewel daar in de Verenigde Staten soms anders over wordt gedacht, maar moet als het enigszins kan nog wel op zichzelf lijken. "Bij die Amerikaanse balsemingspraktijken komt het voor dat ze meteen maar even een facelift geven, dan lijkt oma twintig jaar jonger."
Eenmaal ingebrachte vloeistof kan niet meer verwijderd worden. De videobeelden toonden hoe die vloeistof toegediend wordt. In dit geval werd gewerkt vanuit de halsslagader. De thanatopracteur maakt in de hals een sneetje. Bij een levende zou het bloed er uit spuiten, maar bij een dode ligt dat anders. "Na de dood ontstaan lijkvlekken, die worden veroorzaakt door het bloed dat niet meer rondgepompt wordt en daardoor uit de aderen naar beneden zakt. De bloedvaten van een overledene zijn dus hol. Daarom dachten geleerden vroeger dat er lucht door ons lichaam stroomde. "Bij een thanatopraxie behandeling worden de aderen waar bij een levende bloed doorheen stroomt, gevuld met de conserveringsoplossing. "Als je weet dat de normale bloedinhoud vijf tot zeven liter is, betekent het dat je die moet aanvullen." Op de plaats waar het sneetje gemaakt is, wordt de ader naar boven getrokken. Hij wordt ontdaan van in de weg zittende weefsels en met een krammetje vastgezet. Op die plek wordt de formaline onder druk ingebracht. Omdat het aderstelsel bij een kind nog intact is, verloopt de behandeling daarbij meestal zonder problemen. Bij ouderen is die toegankelijkheid minder. "Door massage zorgen we ervoor dat de vloeistof overal komt, ook in de organen, daardoor wordt het ontbindingsproces vertraagd, want bacteriën krijgen op deze manier geen kans. "Aderen die met vloeistof gevuld zijn, zetten op. Net als aderen waar bloed doorheen stroomt. "Als het hele aderstelsel gevuld is, zit de vloeistof overal. Ook in de kleinste haarvaatjes. Het ontbindingsproces is dan tijdelijk stilgezet."
Dat opent perspectieven. Amerikaanse perspectieven. De Leng suggereerde al tijdens zijn workshop dat die gewoonten ook in Nederland wel eens praktijk, zij het niet dagelijkse, zouden kunnen worden. "Stel een familie zegt dat vader dag en nacht achter zijn bureau zat. Waarom zou je hem dan niet op die manier opbaren." Misschien omdat iemand die na zijn dood nog steeds achter zijn bureau zit eerder lachwekkend is dan geschikt om afscheid van te nemen? De Leng verwacht niet dat deze praktijken in het nuchtere Nederland veel gevraagd zullen worden. "Maar als de vraag er is, moet je die natuurlijk beantwoorden, maar het wordt hier vast geen dagelijks werk."
-------------------------------------------------------------------------------------------------------------- "Het gaat er niet om de dood te verdoezelen, maar om op een waardige manier afscheid te kunnen nemen."
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Wat is er eigenlijk tegen het oude, vertrouwde koelsysteem? Volgens De Leng is het verouderd en vader kan niet achter zijn bureau of op een bank in de huiskamer bij normale kamertemperatuur opgebaard worden, want hij moet koel gehouden worden. "Bij thanatopraxie blijft het lichaam op kamertemperatuur, dat voelt natuurlijker aan. Onderzoek heeft aangetoond, dat zo'n lichaam sneller verteert, omdat de bacteriën als het ware verdoofd zijn. Als de formaline uitgewerkt is, komen ze weer tot leven en begint de ontbinding. Daarnaast kan de koelmotor de kist hinderlijk laten trillen." Een ander nadeel is dat lijkvlekken bij koeling alleen gecamoufleerd kunnen worden, bij thanatopraxie verdwijnen ze. Volgens De Leng heeft thanatopraxie niets te maken met het ontkennen van de dood. "Het gaat er niet om de dood te verdoezelen, maar om op een waardige manier afscheid te kunnen nemen. Als oma tijdens haar leven altijd heel lief en zacht was en er na haar dood verkleurd en wasbleek bijligt, is het oma niet meer. Dat komt het rouwproces niet ten goede." En daar is het De Leng om te doen. "Een verstoord rouwproces kan vele jaren later nog problemen opleveren. Die Amerikaanse toestanden, dat is pas ontkenning van de dood." Een achter zijn bureau opgebaarde vader is nog niets vergeleken bij de postume facelifts die Amerikaanse oma's ondergaan om er na hun overlijden twintig jaar jonger uit te zien dan net voor hun dood. "Ik heb mensen gezien bij wie de huid aan de achterkant bij elkaar is getrokken of aan elkaar genaaid. Daar is het uiterlijk vertoon erg belangrijk. Als je ze hun gang laat gaan wordt er eerst obductie gepleegd en daarna wordt het lichaam gebalsemd. Vervolgens wordt het gecremeerd waarna de urn wordt begraven."
Thanatopraxie levert, verwacht De Leng, geen problemen op voor het milieu. "De toegediende vloeistof bestaat hoofdzakelijk uit water." Toch is formaline een giftig desinfecteermiddel dat niet overweg kan met bijvoorbeeld aluminium dat in vliegtuigen veel gebruikt wordt. Mede daarom pleit De Leng voor een registratie van alle behandelingen, mits thanatopraxie wordt toegestaan. "Ik wil dat bij elke met thanatopraxie behandelde overledene een geregistreerd formulier komt en een monster van de gebruikte vloeistof, zodat altijd achterhaald kan worden wie voor de behandeling aansprakelijk is." Boze vliegtuigmaatschappijen kunnen dan bij een formaline lekkende kist altijd naar de verantwoordelijke thanatopracteur verwezen worden. Dat is nodig: "Want als je ziet wat wij soms binnenkrijgen uit het buitenland..." Het beroepsperspectief van De Leng is niet onaardig als thanatopraxie in Nederland toegestaan wordt. Hij is een van de weinig erkende Nederlandse thanatopracteurs en dus ook de aangewezen persoon om de opleiding daartoe te verzorgen, mocht het tot wettelijke toestemming komen. Hij acht integriteit van groot belang. Een goede opleiding moet misstanden voorkomen. Dat er bij thanatopraxie in een overledene gesneden wordt is voor hem, mits daarvoor toestemming is gegeven, geen probleem. "Toen ik voor de eerste keer moest snijden, was ik blij dat die persoon niet leefde, dat lijkt me veel enger." Toch behandelt hij zijn patiënten alsof ze leven: "Je moet zo met hen omgaan dat je er later met een gerust hart mee geconfronteerd kan worden. Dat je kan zeggen: ik heb mijn best gedaan. Als je met die gedachte werkt, is het goed."
Print deze pagina