Geschiedenis begraven
Begraven door de jaren heen
Begraven was eeuwenlang de enige vorm van lijkbezorging in Nederland. Crematie heeft vooral vanaf eind jaren zestig van de vorige eeuw een flink aandeel gewonnen. De groei is er nog steeds, maar gaat de laatste jaren langzamer. Er is nu een lichte voorkeur voor cremeren. In 2003 werden er voor het eerst meer mensen gecremeerd (50,6%) dan begraven, in 2022 ligt het crematiepercentage al op 67,69%.
Belangrijk om te weten
Eeuwenlang enige vorm lijkbezorging in Nederland
Sinds 1829 verboden om te begraven in kerken
Steeds vaker ook asbestemmingen op begraafplaats
Begraven in en rond de kerk
Lange tijd werd men rond, maar vooral in de kerk begraven. Als het kon, zo dicht mogelijk bij het altaar waarvan de heiligheid af zou stralen op de overledenen. Rond het altaar lagen vanzelfsprekend ook de duurste plaatsen. Hoe verder van het altaar verwijderd, hoe lager de tarieven werden. Zelfmoordenaars en ongedoopte kinderen werden helemaal op afstand gehouden, zij mochten niet in gewijde grond liggen. Door de bevolkingsgroei werd al in de zeventiende eeuw het ruimtegebrek nijpend. Begraven werd er tot dan toe in en rond de kerk, midden in de stad of het dorp. Het begraven in de kerk gebeurde niet altijd even zorgvuldig. Geruimd werd er niet, dus de kerken raakten overvol. Door het herhaald oplichten van de stenen, verzakte de vloer en sloten niet alle grafstenen even goed aan. Het gevolg was dat - afhankelijk van het weer - in de kerken soms een doordringende stank hing.
Toen er tegen het einde van de achttiende eeuw meer inzicht kwam in het belang van hygiƫne en het gevaar van besmetting gingen onder verlichte geesten steeds meer stemmen op het begraven in de kerk te verbieden en de begraafplaatsen naar een plaats buiten de stad te verplaatsen. Het idealisme spreekt uit de benaming van bijvoorbeeld begraafplaats Ter Navolging (Scheveningen) dat in 1779 in gebruik werd genomen. Zelfs na de dood lieten sommige propagandisten zich niet onbetuigd, zoals blijkt uit een grafschrift: 'Gij die dit leest op deze zerk/ gaat in uw leven veel te kerk/ maar als gij dood zijt, blijf er uit/ gelijk hij, dien dit graf besluit'.
Napoleon
In Frankrijk was men op dit gebied al wat verder. Napoleon verbood de kerkbegrafenissen in 1804. Na de inval van de Fransen werd ook in Nederland het begraven in de kerk officieel verboden. Maar het oude gebruik bleek zo sterk geworteld in de Nederlandse uitvaartcultuur, dat het besluit na het vertrek van de Fransen in 1813 direct weer ongedaan gemaakt werd. Pas in 1829 vaardigde koning Willem I opnieuw een verbod uit. Nieuwe begraafplaatsen moesten voortaan buiten de bebouwde kom worden aangelegd, maar er werden nog lange tijd ontheffingen verleend. Tot na het midden van de negentiende eeuw werd er in Amsterdam nog in kerken begraven. Door de groei van de steden werden veel begraafplaatsen overigens al snel weer door de bebouwing ingehaald en omsloten.
Groene oases
Zeker in de steden zijn begraafplaatsen daarmee groene oases geworden. Wie wel eens een begraafplaats bezoekt, merkt direct de andere sfeer die er heerst. Ook al raast even verder het verkeer voorbij, de indruk van serene rust overheerst. Misschien is het de nabijheid van de doden, of anders de afwezigheid van levende mensen, want veel bezoekers zijn er niet. Het bezwaar dat sommigen tegen begraven hebben - het zou zo'n groot beslag op de beperkte ruimte leggen - houdt geen rekening met wat een begraafplaats kan zijn. Begraafplaatsen hebben een bredere functie dan alleen een dodenakker. Veel begraafplaatsen zijn tegelijk parken met een grote natuurwaarde. Zeker nu ook de regels voor de beplanting versoepeld worden, neemt de diversiteit in flora toe.
Ruimen
Op zichzelf valt het ruimtebeslag van begraafplaatsen mee. Er worden jaarlijks ruim 58.000 mensen begraven. Als zij allemaal een eigen graf zouden krijgen van gemiddeld een bij twee meter, nemen zij een oppervlakte in beslag van 116.000 vierkante meter, oftewel 0.116 vierkante kilometer. Dat is een terrein van ongeveer 340 bij 340 meter. Dus zo veel terreinwinst boeken de doden ook weer niet. En in werkelijkheid wordt niet elk graf op een maagdelijke plek aangelegd. Er worden regelmatig oude graven geruimd. In een grote trommelzeef worden aarde en stoffelijke resten gescheiden. Die resten worden op een aparte, vaak afgesloten plaats begraven, of dieper in hetzelfde graf herbegraven, waarna het graf opnieuw gebruikt wordt. Met een tekort aan capaciteit zullen begraafplaatsen daarom voorlopig nog niet te kampen krijgen.
Asbestemming op begraafplaatsen
Door het groeiende aantal crematies is ook de vraag naar asbestemmingen sterk toegenomen. Sinds de tweedehelft van de jaren negentig zijn er op de begraafplaatsen steeds meer voorzieningen gekomen waar mensen as kunnen bijzetten, uitstrooien of begraven. Deze asbestemmingen op begraafplaatsen zorgen er deels voor dat de teruglopende inkomsten uit begrafenissen worden opgevangen.
bron: Jasper Enklaar, Onder de groene zoden. De persoonlijke Uitvaart (Alpha 1995)
Aanvulling: BDK Media, maart 2011
Aanvulling: BDK Media, september 2022