Vanuit het buitenland
Internationaal transport van overledenen vanuit het buitenland naar Nederland
Wat betreft de wetten en regels voor internationaal vervoer van een overledene vanuit een ander land naar Nederland is het volgende van toepassing.
De regels verschillen voor drie verschillende groepen ‘buitenlanden’:
1. de landen die net als Nederland partij zijn in de Overeenkomst van Straatsburg inzake het vervoer van lijken; dit zijn een aantal Europese landen en Aruba.
2. België en Luxemburg.
3. overige landen.
Voor het vervoer van een lijk vanuit een staat die net als Nederland partij is in de Overeenkomst van Straatsburg, de overeenkomst inzake het vervoer van lijken van 26 oktober 1973 (Trb. 1975, 95), dient een laissez-passer voor lijken, bedoeld in artikel 3 van die overeenkomst, aanwezig te zijn.
Overledenen kunnen vanuit België of Luxemburg naar Nederland worden vervoerd, indien in dat land een verlof tot begraving of crematie is afgegeven.
Indien een overledene uit een ander land komt, stelt Nederland geen eisen voor wat betreft de begeleidende documenten.
Het ontbreken van een laissez-passer of een ander document is geen reden om een overledene niet in Nederland toe te laten. Er kan echter een probleem ontstaan bij de lijkbezorging van een overledene zonder (de juiste) papieren, omdat de ambtenaar van de burgerlijke stand mogelijk weigert om een verlof tot begraven of cremeren af te geven.
Artikel 14 van het Besluit op de lijkbezorging zegt over het afgeven van een verlof tot begraven of cremeren van een uit het buitenland afkomstige overledene:
1. De ambtenaar van de burgerlijke stand van een gemeente waar een lijk dat afkomstig is uit een der staten die partij zijn in de Overeenkomst van Straatsburg, moet worden begraven of verbrand, verleent verlof tot begraving of verbranding van dat lijk, indien hem het document, bedoeld in artikel 3 van die overeenkomst, wordt overgelegd.
2. Hij verleent het verlof eveneens voor een lijk dat afkomstig is uit een der staten die partij zijn in de Overeenkomst van Berlijn, indien hem het document, bedoeld in artikel 1 van die overeenkomst, wordt overgelegd.
3. Hij verleent het verlof eveneens voor een lijk dat afkomstig is uit enige andere staat, indien hem een verklaring als bedoeld in artikel 11, vierde lid (van het Besluit op de lijkbezorging), wordt overgelegd.
4. Het overgelegde document of de overgelegde verklaring wordt door de ambtenaar van de burgerlijke stand bewaard.
5. In afwijking van artikel 11 van de wet (Wet op de lijkbezorging) kan begraving of verbranding van een uit België of Luxemburg afkomstig lijk plaatsvinden, indien aan de houder van een crematorium of een begraafplaats een door de bevoegde autoriteiten van de gemeente van overlijden ingevolge de wettelijke voorschriften afgegeven verlof tot begraving of verbranding wordt overgelegd.
mr Willem van der Putten