Uitstel van begraven of crematie
Een uitvaart moet plaatsvinden tussen minimaal 36 uur en maximaal zes werkdagen na het overlijden. In specifieke omstandigheden kan zowel de tijd verkort als verlengd worden. Voor verkorting is toestemming van de officier van justitie nodig, voor verlenging (bijvoorbeeld omdat familie uit het buitenland moet overkomen) toestemming van de gemeente. Specifieke omstandigheden kunnen ervoor zorgen dat de termijn van 6 dagen zowel verkort als verlengd moet worden. Dan gaat het bijvoorbeeld om besmettelijke ziektes of sectie op het stoffelijk overschot i.v.m. een misdrijf. Maar misschien ook om het bijzondere feit dat een moeder van haar doodgeboren (of kort geleefd) kind de mogelijkheid heeft om bij de uitvaart aanwezig te zijn.