Verandering van de Wet op de lijkbezorging (inzake lijkopening)
2 november 2002
Vraag nummer: 1435 (oude nummer: 1789)
Fri Sep 7 15:53:47 2001
Onlangs is de wet op de lijkbezorging veranderd. In de oude tekst stond voorbehouden handelingen bij het openen van het lijk. Is van belang voor pathologen en obductieassistenten.
Kunt u ons opheldering geven omtrent dit onderwerp. bvd
Jan Schurink
Voorzitter Vesalius vereniging van obductieassistenten en mortuariumpersoneel
Antwoord:
Geachte heer Schurink,
Met uw staat van dienst lijkt de wijziging van de Wet op de lijkbezorging in 1991 misschien 'onlangs', maar ik vind het al een hele tijd geleden.
Tot 1991 bevatte de wet de tekst "Lijkopening (
) mag slechts geschieden door of onder toezicht van een geneeskundige." Dat hoef ik u nauwelijks te vertellen; dat weet u vast nog wel. Tegenwoordig spreekt de wet over 'sectie', omdat dat de meest gangbare term is voor het openen van een lijk ten behoeve van onderzoek. In medische kringen worden ook vaak de termen obductie of autopsie gebruikt. Maar de wetgever bedoelt met 'sectie' precies hetzelfde.
Sinds 1991 is de wettekst minder consistent. In artikel 75 staat dat het verrichten van sectie geschiedt door een arts. Maar in artikel 74, eerste lid, staat tussen neus en lippen door "(...) de arts, door of onder wiens toezicht sectie zal worden verricht (
)". De situatie van voor en van na 1991 is dus gelijk.
Er is nog wel een detailverschil, dat in de praktijk best belangrijk is. Het woord 'lijkopening' werd vroeger nogal letterlijk genomen. Als het lichaam werd geopend om bijvoorbeeld een pacemaker te verwijderen, of wanneer balseming plaats vond, moest dat door of in aanwezigheid van een arts geschieden. Tegenwoordig is geaccepteerd dat bijvoorbeeld een uitvaartverzorger een pacemaker verwijdert. Ook al weer bijna 10 jaar geleden - meen ik - is deze uitleg van de wet door de minister van Binnenlandse Zaken bevestigd.