Beslissingsbevoegdheid over lichaam overledene
29 april 2010
Vraag nummer: 7535 (oude nummer: 15680)
Er is bij een familie strijd ontstaan over wie nu recht had om te beslissen over cremeren of begraven.
Er is door de echtgenoot destijds besloten tot begraven omdat dat volgens hem wens was van zijn echtgenote. Ouders hebben toen niet wezenlijk bezwaar gemaakt. Wij zijn uitgegaan dat het recht van de echtgenoot eerst komt.
Kunt u mij daar helderheid in verschaffen?
Alvast hartelijk bedankt.
Antwoord:
Geachte mevrouw,
Achteraf heeft het weinig zin om zulke vragen te stellen en er binnen een familie ruzie over te maken.
De wettelijke regel is - in artikel 18 Wet op de lijkbezorging (Wlb) - dat degene die de uitvaart regelt, dit moet doen overeenkomstig de wens of de vermoedelijke wens van de overledene. Pas als er geen wens of vermoedelijke wens bekend is, mag de persoon die de uitvaart regelt zijn of haar eigen voorkeur volgen.
Er zijn geen regels wie opdracht geeft voor de uitvaart, maar als iemand gehuwd is ligt het voor de hand dat de echtgenoot dat doet. Of in ieder geval een persoon waar de overledene mee samen woont.
Maar hij of zij heeft er niet per definitie recht op. Anderen, zoals ouders, echter ook niet.
Alhoewel niemand een recht heeft om de uitvaart te mogen regelen, kun je toch wel een bepaalde lijn zien. In andere artikelen van de Wlb, die gaan over ontleding en sectie, is een bepaalde volgorde aangeven. Ook daar moet de wens van de overledene worden gevolgd, maar er is een volgorde van zeggenschap in die artikelen aangegeven, omdat de wetgever denkt dat de personen die de overledene het meest na stonden, de wens van de overledene het beste kunnen kennen. Zo regelt artikel 67 lid 3: 'Bij gebreke van een bestemming inzake lijkbezorging door de overledene kan ontleding eveneens geschieden, indien de niet van tafel en bed gescheiden echtgenoot, de geregistreerde partner of andere levensgezel dan wel, bij ontstentenis of onbereikbaarheid van deze, de naaste onmiddellijk bereikbare meerderjarige bloed- of aanverwanten tot en met de derde graad, of, wanneer ook deze niet bereikbaar zijn, de aanwezige meerderjarige erfgenamen of anders degenen die de zorg voor het lijk op zich nemen, dit daartoe bestemmen.' Artikel 72 lid 2 is nagenoeg gelijkluidend.
Dan komt de echtgenoot of partner als eerste, dan komen de kinderen en vervolgens komen pas de ouders van de overledene. En tot slot broers of zussen van de overledene, erfgenamen en de persoon die de zorg voor de overledene op zich neemt omdat niemand anders het doet.
Als familieleden menen dat de persoon die de uitvaart regelt geen goede keus maakt, kunnen zij betrokkene vragen om het anders te doen. Dan is er echter maar een geldig argument, namelijk dat de wens van de overledene anders is. Men zal dat dan natuurlijk wel moeten kunnen bewijzen. Primair aan de hand van een testament of codicil en anders met verklaringen van getuigen.
Wanneer men in goed overleg geen oplossing bereikt, kunnen mensen die menen dat het beslist anders moet, een advocaat inschakelen en een kort geding beginnen. In dit soort situaties behandelen rechtbanken geschillen binnen 1 of 2 dagen.
Maar zoals ik zal zei: achteraf klagen heeft weinig zin.
Met vriendelijke groet,
mr W.G.H.M. van der Putten