Aanvang uitvaartzorg (mag uitvaartverzorger pas beginnen nadat arts natuurlijke dood heeft vastgesteld?)
11 april 2006
Vraag nummer: 4378 (oude nummer: 7869)
Is er een wettelijke bepaling dat een uitvaartverzorger pas met zijn werk mag beginnen als de dood door een arts is vastgesteld ?
Of is dit alleen gangbare praktijk die niet steunt op wetgeving ?
Antwoord:
Geachte heer,
Er is geen duidelijke wettelijke bepaling dat een uitvaartverzorger pas met zijn werk mag beginnen als de dood door een arts is vastgesteld. Artikel 76 Wlb regelt dat een lijk niet mag worden vervoerd en dat er geen ontleding of conservering mag plaatsvinden, wanneer tekenen of aanduidingen van een niet-natuurlijke dood aanwezig zijn. Een niet-natuurlijke dood is niet alleen moord, maar ook een val van een trap, uitglijden in bad, een verkeersongeval of andere al dan niet 'huishoudelijke' ongelukken.
Het punt is dat de werkzaamheden van een uitvaartverzorger niet het vaststellen van een (niet) natuurlijke dood zou moeten (kunnen) belemmeren. Dat staat niet uitdrukkelijk in de wet, maar is een logische zaak. Kwestie van gezond verstand. In theorie is het denkbaar dat een uitvaartverzorger door het prikken in de buik of door het verwijderen van een inwendig apparaat of door een andere handeling de dood zou kunnen hebben veroorzaakt. Daar moet natuurlijk geen twijfel over mogelijk kunnen zijn. Het lijkt verstandig om als gedragslijn te hanteren dat men niets aan of met een lijk doet als een niet-natuurlijke dood aan de orde is of waarschijnlijk lijkt.
Het feitelijke probleem is vaak dat er soms geen arts beschikbaar of bereid is om een lijk snel te schouwen. Er zijn geen regels over opgenomen in de wet. Grote praktijkproblemen zijn er niet over bekend, maar wel veel vragen en irritaties bij uitvaartverzorgers die zien dat het nodig is om het lijk te verzorgen, weg te halen, te wassen, te koelen etc., maar aarzelen of dat wel kan en verstandig is.
Ik denk dat het goed zou zijn als brancheorganisaties dit punt - het belang van een snelle lijkschouwing - nog eens onder de aandacht brengen van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksaangelegenheden en de minister van Volksgezondheid. De minister van BZK heeft vorige week, 6 april om precies te zijn, in een overleg met de Tweede Kamer, die mopperde over het uitblijven van een wetsvoorstel tot herziening van de Wlb, beloofd zijn beste te doen om binnen een paar maanden het wetsvoorstel in te dienen. De lijkschouwing is al een punt dat bij de herziening aan de orde komt, maar dan vooral toegespitst op de dood van jonge kinderen. Ik denk dat het goed is als de uitvaartbranche ook nog eens aandacht vraagt voor uw vraag. Het is een praktijkprobleem waar niet alleen u maar ook vele collega's mee zitten. Als er binnen enkele weken actie in de richting van de minister wordt ondernomen, kan het punt nog worden meegenomen bij de wetsherziening. Ik denk dat het wenselijk is dat een lijk snel wordt geschouwd. Hoe dat te regelen en vooral wie je daartoe kunt verplichten, is best wel een lastige vraag. Ik denk echter dat het niet gek zou zijn om te regelen dat als de huisarts of een behandelend arts niet bereikbaar is, of niet bereid is snel te komen, er dan een beroep kan worden gedaan op de gemeentelijke lijkschouwer. Die taak berust tegenwoordig veelal bij GGD's en het moet m.i. te regelen zijn dat die snel een arts sturen.
Zie ook vergelijkbare vragen in de sub-rubrieken 'Natuurlijke en niet-natuurlijke dood' en 'Vragen van uitvaartondernemers'.
Met vriendelijke groet,
mr W.G.H.M. van der Putten