2 opdrachtgevers, 2 uitvaartcentra
21 maart 2005
Vraag nummer: 3775 (oude nummer: 5749)
Geachte heer van der Putten,
Ik lees met belangstelling uw antwoorden op de gestelde vragen en nu wil ik u graag de volgende hypothetische kwestie voorleggen. Een moeder overlijdt thuis en de huisarts heeft geen dokterspapieren bij de overledene achtergelaten. Haar 2 zoons, een tweeling, regelen ieder voor zich de uitvaart van hun moeder die met beiden een goede relatie had, maar de 2 broers kunnen niet samen door een deur. De ene zoon wil moeder laten cremeren, de ander wil een begrafenis. Moeder heeft geen wensen daaromtrent kenbaar gemaakt. Vast staat dat elke broer de ander de toegang tot het uitvaartcentrum om afscheid van moeder te nemen, wil ontzeggen. De broers hebben verschillende uitvaartondernemers opdracht gegeven moeder over te brengen naar het uitvaartcentrum en de begrafenis c.q. de crematie te regelen. Van enig overleg tussen de broers is geen sprake, ook is men daartoe, na advies van de uitvaartbegeleiders van de 2 ondernemingen, niet bereid. Welke rechten heeft de een t.o.v. de ander? Ik zie uw antwoord graag tegemoet en ik wil u vast danken voor uw advies.
Met vriendelijke groet,
Bert Meurs.
Antwoord:
Geachte heer Meurs,
Een (juridisch heel) eenvoudige zaak. Maar feitelijk niet, zal ik direct toegeven.
Geen enkele broer heeft meer recht dan de ander. Maar een broer kan meer recht verwerven door zo snel mogelijk de overlijdensverklaring in handen te krijgen, waarmee een verlof tot begraven of verbranden kan worden verkregen. De persoon die het verlof tot begraven of verbranden heeft, heeft op grond van artikel 18 Wlb het recht om de lijkbezorging uit te voeren.
Ik denk dat een situatie als deze zich niet snel voordoet. Een uitvaartleider zal als een van de eerste dingen vragen naar de verklaring van overlijden en contact zoeken met de huisarts. Als de tweede uitvaartleider dat doet, zal blijken dat een concullega hem voor was. De tweede uitvaartleider zal zijn klant wijzen op de situatie dat hij niet verder kan.
Met vriendelijke groet,
mr W.G.H.M. van der Putten