Weigering begrafenisverzekering (Dela)
7 augustus 2002
Vraag nummer: 877 (oude nummer: 1202)
l.s.
Kan de verzekering je voor een uitvaart verzekering afwijzen omdat je drugs gebruikt? Dela is toch zonder winstbejag bezig En hoe moet degene over wie het gaat zich dan laten begraven zonder zijn vrouw met een schuld bij de uitvaartparasieten te laten zitten? Het enigste geluk is dat hij nog niet dood wil en nog gezond is.
Bij voorbaat uw dank voor beantwoording
H.v.Zijp
Antwoord:
Geachte heer Van Zijp,
Natuurlijk kan een verzekering iemand weigeren te verzekeren. Dat kan voor een uitvaartverzekering net zo goed als voor een ziektekosten-, brand- of autoverzekering. Dat kan worden geweigerd en/of de redenen van weigering moeten wel zijn opgenomen in de voorwaarden van de betreffende maatschappij.
Of een verzekering zonder winstoogmerk handelt, of niet, doet er niet toe. Zonder winstoogmerk wil niet zeggen dat men dan maar elk verlies of risico moet nemen. Geen enkele maatschappij is verplicht 'een brandend huis' te verzekeren. Een extra gezondheidsrisico zoals hevig drankgebruik, roken of drugsgebruik kan een reden zijn om een verzekering te weigeren of om iemand alleen tegen een hogere premie te verzekeren.
Wat als iemand de kosten van een uitvaart niet kan dragen? Als de overledene een bijstandsuitkering genoot, is de gemeente - binnen redelijke grenzen - verplicht om ook in de kosten van de uitvaart bij te dragen. Als de overledene geen uitkering ontving, maar de nabestaanden de kosten van de uitvaart niet kunnen dragen, kunnen zij individueel een beroep doen op bijstand voor hun aandeel in de kosten.
Als iemand geen nabestaanden heeft, draagt de burgemeester zorg voor de uitvaart. De gemeente kan de kosten dan wel op de nalatenschap verhalen. En als de overledene geen geld of goederen nalaat, op nabestaanden. De gemeente kan zonodig aankloppen bij de echtgenoot, vroegere echtgenoot, ouders, wettige en natuurlijke kinderen, behuwdkinderen, schoonouders en stiefouders. Dit is in de wet (artikelen 22 Wet op de lijkbezorging en 1:392-396 Burgerlijk Wetboek) geregeld.
mr W.G.H.M. van der Putten
27 juli 1997