Wie gaat dat betalen? (kosten lijkschouw en transport niet-natuurlijke dood)
29 november 2002
Vraag nummer: 1749 (oude nummer: 2116)
Sat Apr 13 23:38:26 2002
Geachte heer,
Ik zou graag over het onderstaande wat meer duidelijkheid willen:
Als iemand bijvoorbeeld door zelfmoord overlijdt, en justitie/politie geeft de opdracht om de overledene naar een ziekenhuis of rouwcentrum te vervoeren voor nader onderzoek, wie moet dan de kosten van de begrafenisondernemer betalen voor het transport? Politie, justitie of de nabestaanden?
En hoe zit dat als het lichaam op de plaats zelf direct wordt vrijgegeven?
Met dank voor uw antwoord.
W. Bams
Antwoord:
Sun Apr 14 14:57:10 2002
Geachte heer Bams,
In principe is het zo dat de kosten voor lijkschouw voor rekening van de nabestaanden/erfgenamen zijn.
Dat is zo wanneer sprake is van een natuurlijke dood en alleen de huisarts langskomt. Die kan gewoon een rekening voor een visite sturen. Maar ook wanneer sprake is van een niet-natuurlijke dood (ik heb het pas nog genoemd in een antwoord op een vraag over transportkosten naar het gerechtelijk laboratorium te Rijswijk) zoals na een val van de trap, uitglijden in bad of een verkeersongeval. En ook bij moord en doodslag. Dan moet een gemeentelijk lijkschouwer schouwen. De kosten die verband houden met het optreden en het onderzoek van de gemeentelijke lijkschouwer (vaak een GGD-arts), waaronder ook begrepen het vervoer van de overledene naar een plek waar de lijkschouwer zijn onderzoek kan doen, zijn in principe ook allemaal kosten voor de nabestaanden/erfgenamen. Pas wanneer het onderzoek verder gaat dan de lijkschouw en een echt gerechtelijk onderzoek plaatsvindt door een politiearts, dan pas is het een zaak van justitie voor rekening van justitie.
In principe is het dus zo dat de kosten van de gemeentelijke lijkschouwer voor rekening van de nabestaanden zijn. De GGD-arts kan zelf geen rekening sturen. Die moet zijn nota naar de gemeente sturen. De gemeente kan voor deze dienstverlening een tarief heffen in de vorm van een belasting. Veel gemeenten hebben - terecht - in hun legesverordening lijkbezorgingsrechten een tarief voor schouwen door de gemeentelijke lijkschouwer staan. Dat tarief staat los van de werkelijke kosten; het is een vast bedrag. Net zo vast en fictief als bijvoorbeeld de kosten voor het delven van een graf. De werkelijke kosten (hoeveel uur heeft iemand gewerkt, al dan niet met machines) spelen dan ook geen rol: het is een vast bedrag.
Als u het voorstaande goed hebt gelezen, is u opgevallen dat ik de vorige alinea begon met de woorden "in principe". In de praktijk is het zo dat soms door de gemeente geen tarief wordt geheven of dat justitie bepaalde kosten zoals die van transport voor eigen rekening nemen. Dat vertroebelt het beeld dat men in de praktijk van deze materie heeft. Maar dat verandert aan het principe niets.
Gemeenten zijn er vaak niet gelukkig mee dat zij een rol in de lijkschouw spelen. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) is al jaren bezig om deze zaak anders georganiseerd te krijgen en om de lijkschouw-door-de-overheid geen gemeentelijke lijkschouw meer te laten zijn, maar een justitiƫle, waar het ministerie van Justitie verantwoordelijk voor is en de kosten van draagt. Daar zit Justitie ook niet op te wachten. Zij hebben ook verder niets te maken met GGD's, wat gemeentelijke instellingen zijn (in grotere plaatsen) of samenwerkingsverbanden tussen een aantal (vaak kleinere) gemeenten. En in sommige plaatsen is er geen GGD, maar is de gemeentelijke lijkschouw nog een zaak van huisartsen die door de gemeente als 'hun' lijkschouwer zijn benoemd.
Als de lijkschouw een zaak van Justitie zou worden, zou het in de rede liggen dat Justitie de lijkschouwers zou benoemen en betalen. Maar dan moet men overeenkomsten aangaan met de GGD's en een aantal individuele lijkschouwers. Of Justitie zou een groep 'eigen' lijkschouwers moeten benoemen.
Zover is het echter nog lang niet. De VNG stelt de zaak al wel enkele jaren lang aan de orde, maar krijgt nog niet veel medewerking van de rijksoverheid.
Het verschil in organisatie van de lijkschouw betekent nog niet automatisch dat Justitie ook alle kosten van de uitvoering zal dragen. Het is denkbaar dat men ook in een andere organisatie de kosten aan de nabestaanden blijft doorberekenen. En wellicht is het zelfs zo dat de situatie voor de nabestaanden - gemiddeld genomen - dan ongunstiger wordt. Nu vallen nog wel eens wat rekeningen voor het een of ander tussen wal en schip en komen ze niet bij de nabestaanden terecht. In een beter gestroomlijnde organisatie kan die doorberekening van de kosten wel beter georganiseerd en uitgevoerd worden, waarbij nabestaanden altijd de rekening moeten betalen.
mr W.G.H.M. van der Putten
14 april 2002