Wel of geen akte van overlijden? (vrucht jonger dan 24 weken)
29 oktober 2002
Vraag nummer: 1377 (oude nummer: 1729)
Tue Feb 27 22:17:13 2001
Van de week kregen wij de opdracht om een menselijke vrucht (kindje onder 24 weken zwagerschap) te begraven. Met het staddeel kantoor ontstond een discussie over het wel of niet toepassen van de wet op de lijkbezorging. Omdat dat dit kindje enige uren zelfstandig (dus zonder hulpmiddelen) had geleefd dacht het staddeel kantoor dat wij ons nu ook aan de wet op de lijkbezorging moesten houden. Omdat inmiddels de termijn van 5 dagen was verstreken zouden we naast het verlof ook een uitstel moeten aanvragen.
Wij hebben dit alles genegeerd en het vruchtje gewoon met een verklaring van het ziekenhuis dat het kindje onder de 24 weken zwagerschap was en dus niet levensvatbaar aangeboden bij de begraafplaats. Deze heeft gewoon geaccepteerd en begraven. Omdat er een geboorte akte is opgemaakt moesten wij naar het stadsdeel kantoor om een akte van overlijden op te laten maken. Wij hebben de ambtenaar een afschriftje van artikel 2 van de wet op de lijkbezorging gegeven, maar dat had ze niets mee te maken. Van het ziekhuis hoorde ik dat dit stadsdeelkantoor wel vaker problemen maakt. Wat moet je tegen deze eigenwijsheid doen?
Antwoord:
Tue Feb 27 23:38:20 2001
Geachte heer,
Uw conclusie klopt (en de rest ook). De wetgever gaat er indirect van uit dat kinderen na een zwangerschap onder de 24 weken vaak niet levend ter wereld komen. In de praktijk komt dat immers nauwelijks voor.
Als het wel zo is dat zo'n kind kortstondig leeft, dan lijkt gewoon artikel 2, eerste lid en onderdeel a van toepassing: dit is een overledene, hoe jong ook, dus een lijk in de zin van de wet. Echter, wie verder kijkt dan zijn neus lang is en ook het tweede lid van artikel 2 leest, ziet dat voor kinderen jonger dan 24 weken een uitzondering wordt gemaakt: de Wet op de lijkbezorging is dan niet van toepassing. Dus ook niet artikel 2, eerste lid en onderdeel a.
Ik denk wel dat we een uitzondering moeten maken op deze bepaling als deze jonge menselijke vrucht toch langer blijft leven dan een paar uur of een paar dagen en na 90 jaar overlijdt: strikt formeel valt 'ie dan onder de uitzondering van 2 lid 2, maar iedereen begrijpt dat dat niet de strekking van de wet is.
Terecht is een akte van geboorte opgemaakt en een akte van overlijden en geen akte met een levenloos geboren kind. Dat zijn per slot de feiten. En zo moet volgens het Burgerlijk Wetboek en haar uitvoeringsregelingen gehandeld worden.
En wat je tegen de eigenwijsheid van dit stadsdeelkantoor moet doen? Ik vrees dat niets helpt. Gewoon handelen zoals het wel moet of kan, zou ik zeggen. En dat hebt u gedaan. En dat heeft de begraafplaats geaccepteerd.
mr W.G.H.M. van der Putten
27 februari 2001