Versterving en euthanasie
18 augustus 2002
Vraag nummer: 903 (oude nummer: 1228)
Heer Van der Putten,
De laatste tijd is Versterving in het nieuws, als alternatief voor euthanasie. Is er een juridisch verschil? En als er voor euthanasie een gedoogbeleid is, wat is dan het beleid voor versterving.
Vriendelijke groeten.
Eduard de Lange
Amsterdam
12 augustus 1997
Antwoord:
Geachte heer,
Tja, daar vraagt u me wat. Ik had mij als gemiddelde krantenlezer en journaal-kijker de vraag ook gesteld, maar had er geen makkelijk en compleet antwoord op. Uw vraag prikkelt me om even hardop te filosoferen.
Juridisch zijn er verschillen, maar ook overeenkomsten. U noemt het zelf al: voor euthanasie is er een gedoogbeleid, dat juridisch is ingekaderd. Voor de activiteit - of beter gezegd het nalaten van activiteit bij - versterving, bestaat geen juridisch ingekaderd beleid. Naar ik hoor en lees en graag aanneem, voeren ziekenhuizen, verpleeghuizen e.d. op dit vlak wel een beleid. Maar dat is een eigen beleid, dat niet 'open' maatschappelijk is gevoerd in kranten, op TV en in de Tweede Kamer, zoals bij euthanasie. Euthanasie is en blijft in principe strafbaar.
Versterving in principe niet; maar soms toch wel, denk ik persoonlijk.
Je kunt er niet goed over praten als je niet definieert wat je onder het een en het ander verstaat. Er bestaan geen juridische definities van euthanasie en van versterving. Onder euthanasie wordt verstaan levensbeëindiging om een einde te maken aan een ongeneeslijk ondraagbaar lijden; dat kan actief (spuitje, tabletten), maar ook passief (iemand medicijn onthouden). Het woord 'versterven' bestaat al lang in verschillende betekenissen. Maar de term is pas enkele weken oud als die wordt gebruikt voor het iemand aan zijn einde laten komen door hem/haar op zijn sterfbed geen vocht en voedsel meer toe te dienen. Ik denk zelf dat de scheidslijn niet scherp is; euthanasie en versterving zijn in mijn ogen soms hetzelfde.
Het grote verschil zit 'm feitelijk - en vooral ook juridisch - in de benadering.
Iemand dood maken mag niet; wanneer iemand uit zichzelf dood gaat is dat niet verboden (het recht is soms wonderbaarlijk logisch en eenvoudig). Maar het iemand een handje helpen bij het doodgaan is een grijs gebied. Dan hangt het helemaal van de omstandigheden af om te kunnen zeggen of het niet of wel mag. Ethisch zowel als juridisch. Iemand dood maken is in ieder geval euthanasie.
Wanneer iemand als het ware toch al dood gaat, maar je probeert het leven niet meer extra te rekken, is versterven. Zo begrijp ik de verschillen.
Je kunt je afvragen of het noodzakelijk is om voor versterving net zo'n soort beleidskader te maken als voor euthanasie. Ik heb er maar kort over nagedacht, maar ik denk dat het niet zinvol is. Als versterving in bepaalde situaties veel lijkt op euthanasie, zijn de euthanasie-regels al van toepassing. Want die zijn in mijn ogen voldoende ruim geformuleerd. Niet alleen als zeker sprake is van een niet-natuurlijke dood, maar zelfs als er twijfel is of de dood wel of niet natuurlijk is, geldt al de regel dat niet een gewone arts maar de gemeentelijke lijkschouwer het stoffelijk overschot moet zien. Hij moet dan een rapport uitbrengen aan de officier van justitie. Wanneer het gaat om een overlijden ten gevolge van de toepassing door een arts van levensbeëindiging op verzoek, het verlenen van hulp bij zelfdoding of de actieve levensbeëindiging zonder uitdrukkelijk verzoek, moet dat worden gemeld. De behandelend arts moet een uitgebreid verslag aanleveren.
Dat verslag omvat een aantal aspecten van de ziektegeschiedenis, het verzoek tot levensbeëindiging of de actieve levensbeëindiging zonder uitdrukkelijk verzoek, de consultatie van andere artsen en de toepassing van de levensbeëindiging. Ik denk dat het nalaten iemand van bepaalde medicijnen of vocht/voedsel te voorzien, hier ook onder kan vallen. Als de omstandigheden de actieve levensbeëindiging niet rechtvaardigen, is euthanasie strafbaar. Hetzelfde geldt voor versterving. Het doden van een persoon die zich zelf niet kan helpen door hem/haar vocht en voedsel te onthouden kan soms ook gelijk staan aan moord.
Er zijn voldoende strafrechtelijke regels om dan op te kunnen treden.
Waar het in alle gevallen uiteindelijk toch op aankomt, is een analyse en interpretatie van de omstandigheden van het geval. Versterving wat eigenlijk actief of passief doden is, valt al onder euthanasie. Versterving waarbij het leven van iemand die toch al stervende is, niet onnodig kunstmatig wordt verlengd, is niet strafbaar en hoort dat in mijn ogen ook niet te zijn. Dan zie ik ook niet de noodzaak van regels of beleidsregels voor dat laatste.
Ik ben geneigd in de regel ook te vertrouwen op de kunde en integriteit van artsen en het verplegend personeel. Als die niet integer zouden zijn, zouden zij ook met eventuele beleidsregels niet zuiver omgaan.
Samenvattend: versterving kan soms een vorm van euthanasie of in een enkel geval misschien wel moord zijn. Er bestaan al regels om bij twijfelgevallen de lijkschouwer en de officier van justitie in te schakelen. Bij twijfelgevallen heeft de officier van justitie al voldoende bevoegdheden om aan de hand van een tip of klacht een onderzoek in te stellen.
NB Ik zal ook nog even het stelsel in de wet uiteenzetten. Als iemand dood is, moet hij worden begraven of gecremeerd. Dat mag alleen met verlof van de ambtenaar van de burgerlijke stand. Die ambtenaar mag dat verlof alleen afgeven na een verklaring van een arts dat - zeker - sprake is van een natuurlijke dood.
Het verlof mag ook worden afgegeven met toestemming van de officier van justitie. Als er twijfel is of de doodsoorzaak wel natuurlijk is, moet altijd een gemeentelijke lijkschouwer worden ingeschakeld. Die lijkschouwer kan soms verklaren dat de twijfel onterecht was: er is toch een natuurlijke dood, bijvoorbeeld een hartstilstand. Dan kan het verlof tot begraven of cremeren worden afgegeven. Als de lijkschouwer ook twijfelt of als hij zeker is van een onnatuurlijke dood (een auto-ongeluk, uitgegleden in bad, vermoord door de echtgenoot m.b.v. een kussen, of euthanasie, noem maar op) dan brengt hij verslag uit aan de officier van justitie. Die kan dan een politieonderzoek laten uitvoeren of sectie op het lijk laten verrichten e.d. In het geval van euthanasie moet de behandelend arts zelf de lijkschouwer waarschuwen en een uitgebreid rapport inzenden. Soms neemt de officier van justitie daar genoegen mee. Soms kan dat rapport - of het ontbreken ervan - leiden tot strafvervolging.
Deze regels staan in de Wet op de lijkbezorging. Als u nieuwsgierig bent naar wat een arts allemaal in zo'n rapport moet zetten, kunt u dit o.a. vinden in een dun rood boekje dat heet "1e aanvulling op de Wet op de lijkbezorging" (maart 1996), deel 29 van de reeks Nederlandse wetgeving, Editie Schuurman & Jordens. De euthanasie-regels staan op blz. 502 en volgende. Het betreft het Besluit van 17 december 1993, Staatsblad 688, houdende vaststelling van het formulier, bedoeld in artikel 10, eerste lid, van de Wet op de lijkbezorging. Het klinkt wat dor juridisch-technisch, maar het gaat over euthanasie en de vragenlijst voor artsen. Dat boekje of ook het betreffende nummer van het Staatsblad is in de meeste biliotheken te vinden of op te vragen.
Met vriendelijke groet,
mr W.G.H.M. van der Putten
13 augustus 1997
Zie ook vraag 'Versterven (antwoord uit 1997 nog actueel?)' uit 2017.
TIP
Bezoek ook eens de video-adviesrubriek: Infotheek > reportages > kijkersvragen > juridische vragen en antwoorden
Wie bepaalt of iemand wordt begraven of gecremeerd?
Zie ook de Belgische hoogleraar Keirse: