Reactie lichaamsdelen op sterk water
4 juni 2003
Vraag nummer: 2287 (oude nummer: 2733)
Wed, 4 Jun 2003 16:27
In uw antwoord op vraag 2731 vermeldt u dat het uitnemen van hart en/of ogen strafbaar is. In welke relatie staat dat tot het uitnemen van ogen voor donatie, door een medewerker van Stichting BIS.
In mijn werksituatie heb ik meegemaakt dat in een uitvaartcentrum (dus niet in een ziekenhuis) ogen werden verwijderd voor donatie van hoornvlies.
Dit gebeurde door iemand van Stichting BIS die student medicijnen was (ik meen derde-jaars) en dus nog geen bevoegd arts.
Antwoord:
Geachte heer,
Het verschil tussen het bewaren van lichaamsdelen op sterk water als aandenken aan de overledene en orgaansdonatie is dat in het laatste geval de organen niet worden bewaard, maar gebruikt. Bij vraag 2731 ging het om een variant op andere 'bewaarvormen' van een lijk zoals begraven houden of het bewaren van de asbus. En primair is natuurlijk relevant dat orgaandonatie een uitzondering is op de algemene regels van lijkbezorging. Net als bijvoorbeeld ontleding een uitzondering is op de algemene regel. En sectie een tijdelijke uitzondering is.
Als ik kijk naar de strafbaarheid, dan gaat het ook om de wederrechtelijkheid. In het Wetboek van Strafrecht is het wegmaken e.d. van een lijk strafbaar als het bijvoorbeeld gaat om grafschennis of het proberen te verdoezelen van een misdrijf. Daar is geen sprake van als iemand het hart van een geliefde op sterk water wil bewaren. In dit laatste geval is het strafbaar niet op grond van het Wetboek van Strafrecht, maar van de Wet op de lijkbezorging (artikel 80).
Ik durf niet te zeggen of alle handelingen bij orgaandonatie ook altijd door een arts moeten worden uitgevoerd. Ik denk van niet. Ik heb ook wel eens gehoord dat het hoornvlies verwijderd wordt door (deskundige) medewerkers van een mortuarium (mensen van het niveau van obductieassistent en niet mensen die de vloeren vegen, als u begrijpt wat ik bedoel). En het ging om een mortuarium waarvan ik weet dat men altijd, ook qua wetsregels en procedures, zorgvuldig te werk gaat. En dan vertrouw ik er op dat men dat op dit punt ook zal doen. De Stichting BIS heeft een goede reputatie en ik verwacht dat men die reputatie niet op het spel zal zetten.
Persoonlijk meen ik dat relatief eenvoudige zaken zoals het verwijderen van een hoornvlies ook best door een ervaren student of bijvoorbeeld een obductiemedewerker gedaan kunnen worden. Ik denk zelfs dat een gemiddelde obductiemedewerker het beter kan dan de gemiddelde arts.
Maar de wettelijke regels inzake de bevoegdheid tot het uitnemen van organen voor donatie ken ik niet voldoende om met zekerheid te zeggen hoe het zit.
mr W.G.H.M. van der Putten
4 juni 2003