Verblijfplaats asbus geheim?
4 april 2011
Vraag nummer: 24622 (oude nummer: 16612)
Geachte mr. Van der Putten,
als er naar de verblijfplaats van een asbus wordt gevraagd bij het crematorium waar de crematie van een bepaald persoon heeft plaatsgevonden, moet deze dat dan mededelen of mogen zij deze informatie achterhouden. Mij lijkt het niet strijdig met de wet als er gezegd wordt dat de asbus nog in het crematorium is, met de opdrachtgever van de crematie is meegegeven of aldaar is verstrooid.
Ik vraag dit omdat er wel eens geinformeeerd wordt naar de begraaf of crematie plaats van een bepaalde overledene. U begrijpt dat er in een aantal van deze situaties binnen de familie het een en ander aan de hand is. In een aantal gevallen is het voor mij vrij eenvoudig om te achterhalen of de gezochte persoon inderdaad is gecremeerd of begraven is. Als ik dan bij het betreffende crematorium informeer waar de asbus zich op dat moment bevindt of heeft bevonden, is men zeer terughoudend.
Mogen zij die informatie achterhouden of moeten zij deze informatie vrijgeven, ook als hier door de opdrachtgever/ster om verzocht is.
Bij voorbaat dank voor uw antwoord,
Ron van Looij
Antwoord:
Geachte heer,
Het is nog sterker. Het crematorium heeft de wettelijke plicht om aan iedereen die er naar vraagt, te vertellen of iemand daar gecremeerd is en wat er met de as is gebeurd. Dat kan niet alleen naaste familie vragen, maar ook u of ik.
Artikel 50 van de Wlb zegt immers:
1. De houder van een crematorium houdt een register van alle daar gecremeerde lijken en van de bestemming die aan de as is gegeven. Bij algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld omtrent de gegevens die in het register worden vastgelegd.
2. Het in het eerste lid bedoelde register is openbaar.
Het openbaar zijn van het register betekent dat iedereen altijd die informatie kan vragen en het crematorium verplicht is dat te vertellen.
Een opdrachtgever kan niet eisen dat men die informatie niet geeft. Nu ja, vragen staat vrij, maar het crematorium kan dan alleen zeggen dat zij een wettelijke verplichting heeft om iedereen wel informatie te geven. De strekking van de wet is dat alles openbaar is.
Artikel 50 Wlb zegt dat bij algemene maatregel van bestuur (amvb) nadere regels worden gesteld. Deze amvb is het Besluit op de lijkbezorging (Blb).
Artikel 10, eerste lid, van het Blb zegt:
1. Het register, bedoeld in artikel 50, eerste lid, van de wet vermeldt:
a. de naam en voornamen van de overledene, datum en plaats van geboorte, datum en plaats van overlijden, alsmede het registratienummer van de asbus, dan wel, in het geval van een doodgeborene, de naam, datum en plaats van geboorte, alsmede het registratienummer van de asbus;
b. de bestemming die aan de as is gegeven;
c. de naam en het adres van de persoon die de bestemming van de as heeft aangegeven;
d. de plaats van bestemming van de as;
e. in het voorkomende geval, de naam en het adres van de persoon aan wie de asbus ter beschikking is gesteld;
f. in het voorkomende geval, de naam en het adres van de houder van het crematorium of van de houder van de plaats van bijzetting waar de asbestemming zal plaatsvinden.
Dat zijn dus allemaal gegevens die men op eerste verzoek van iemand onmiddellijk dient te verstrekken.
Een gelijke plicht rust volgens artikel 65 Wlb ook op de houder van een begraafplaats of crematorium, waar as of een asbus zich bevindt of bevonden heeft.
Artikel 10, tweede lid, van het Blb zegt:
2. Het register, bedoeld in artikel 65, eerste lid, van de wet vermeldt:
a. de naam en voornamen van de overledene, onderscheidelijk de naam van de doodgeborene, alsmede het registratienummer van de asbus;
b. de naam en het adres van de houder van het crematorium waar de verbranding heeft plaatsgevonden;
c. de plaats van bijzetting van de asbus;
d. in het voorkomende geval, de plaats van bestemming van de as;
e. in het voorkomende geval, de naam en het adres van de persoon aan wie de asbus ter beschikking is gesteld.
Iets anders is dat de opdrachtgever van een crematie- of begrafenisplechtigheid altijd kan verlangen dat bepaalde personen niet tot die plechtigheid worden toegelaten. Zie vragen daarover in de subrubriek 'Uitvaartplechtigheid'.
Met vriendelijke groet,
mr W.G.H.M. van der Putten