Meegeven as naar buitenland
10 november 2010
Vraag nummer: 7743 (oude nummer: 16170)
Geachte heer Van der Putten,
In de Wet op de Lijkbezorging (WOL 2010) staat in art. 59 lid 1 dat de as van een gecremeerde overledene minimaal een maand door het crematorium bewaard moet worden. Lid 4 bepaalt dat de officier van justitie in bepaalde gevallen ontheffing kan verlenen en art. 58 dat een deel van de as op verzoek van een nabestaande op andere wijze kan worden geborgen en aan de nabestaande kan worden meegegeven.
In de grensstreek worden regelmatig Duitse of Belgische overledenen gecremeerd en wordt de as direct meegegeven. Op welke wettelijke grond gebeurt dat. M.i. laat de WOL dit niet toe, behoudens genoemde ontheffing door de OvJ. Of is de WOL in dergelijke gevallen niet van toepassing dan wel gebeurt dat op basis van art. 58 lid 3 (een gedeelte van de as) of op basis van Duitse wetgeving.
Alvast hartelijk bedankt voor uw reactie.
Met vriendelijke groet,
Ron Meeuwis
Antwoord:
Geachte heer,
Inderdaad mag de as niet direct na de crematie mee worden gegeven. De Wet op de lijkbezorging (Wlb) staat dit niet toe, behalve met ontheffing van de officier van justitie.
Voor de grensstreek gelden geen andere regels dan in de rest van Nederland. Duitse wetgeving geldt uiteraard niet in Nederland.
Artikel 58 lid 3 Wlb zegt dat een deel van de as op verzoek van een nabestaande op een andere wijze kan worden geborgen en aan de nabestaande ter beschikking worden gesteld. Artikel 58 geeft alleen aan dat as in een of meer asbussen of asbusjes kan worden gedaan.
Het volgende artikel 59 gaat over het (na het bergen van de as) vervolgens afgeven van de as:
1. De houder van het crematorium draagt zorg voor de bewaring van een asbus gedurende minimaal een maand na het bergen van de as in de bus.
2. De houder van het crematorium draagt er vervolgens zorg voor dat:
a. (...)
b. (...)
c. de asbus ter beschikking wordt gesteld aan de nabestaande door of namens wie de opdracht tot de crematie is gegeven, of
d. de asbus wordt verzonden naar het buitenland.
3. (...)
4. Op verzoek van de in artikel 18 bedoelde personen kan de officier van justitie, bedoeld in artikel 14, in bijzondere gevallen ontheffing verlenen van de in het eerste lid genoemde termijn.
Of men heeft in de u bekende gevallen ontheffing van de officier van justitie, of men handelt in strijd met de Wlb.
Met vriendelijke groet,
mr W.G.H.M. van der Putten