Cremeren stoffelijke resten na ruiming
21 april 2004
Vraag nummer: 3075 (oude nummer: 4244)
Ik heb het verzoek gekregen om stoffelijke resten, die uit een algemeen graf komen, omdat de termijn is verstreken en het graf geruimd is, te cremeren. Het crematorium zegt dat ik alleen maar een document van de begraafplaats nodig heb, waarin de indentiteit van de stoffelijke resten wordt bepaald. De begraafplaats zegt dat ik een toestemming nodig heb van de officier van Justitie. Wie heeft het juist?
Antwoord:
Geachte heer,
Soms staat het antwoord op een vraag gewoon in de wet.
In artikel 31 staat dat de overblijfselen der lijken (...) met overeenkomstige toepassing van artikel 29, derde lid, in een crematorium worden verbrand.
En wat staat in het derde lid van artikel 29? Dat er schriftelijk verlof van de officier van justitie nodig is en dat het alleen mag als het verzoek daartoe is gedaan door de persoon die de begrafenis heeft geregeld (of de persoon die redelijkerwijs in zijn plaats is getreden). Ook staat er dat de pragrafen 1, 2 en 3 van hoofdstuk II van de wet niet van toepassing zijn; dat betekent dat geen verlof tot verbranding van de ambtenaar van de burgerlijke stand nodig is.
Het is zorgelijk als een crematorium niet weet dat bij crematie van stoffelijke resten altijd een verlof van de officier van justitie vereist is. Opgraving of ruiming maakt geen verschil voor het verlof tot crematie van de OvJ. Eigenlijk is het een flinke blunder van dit crematorium.
Voor de officier van justitie is relevant dat het verzoek is gedaan door de persoon die de vroeger de begrafenis heeft geregeld.
Het enige verschil tussen opgraving en ruiming is dat na ruiming geen verlof van de burgemeester meer nodig is, als gecremeerd wordt.
Met vriendelijke groet,
mr W.G.H.M. van der Putten