Afgifte asbus aan gescheiden moeder
2 november 2006
Vraag nummer: 4551 (oude nummer: 8443)
Een rechthebbende (vader) doet schriftelijk afstand van het urnenrecht van de urnennis van zijn overleden dochter. De urnenrechten zijn beƫindigd per mei dit jaar. Nu heeft de moeder (ouders zijn gescheiden) afgelopen week een verzoek ingediend voor overname van de urn. Zij wil de urn graag in eigen bezit hebben en thuis neerzetten. Kan ik de urn zonder toestemming van de vader - die naar mijn idee toch op de hoogte moet zijn van dit verzoek - overdragen aan de moeder? Hoe moet ik hier in hemelsnaam mee omgaan?
XX
team Burgerzaken
gemeente A
Antwoord:
Geachte mevrouw,
Als de vader afstand heeft gedaan van de urnennis, met de urn, en zelf de as geen andere bestemming heeft gegeven (wat hij had kunnen doen; hij had bijvoorbeeld de laatste dag de urn op kunnen halen en de asbus thuis kunnen bewaren of de as kunnen verstrooien), dan kan de asbus nu ter beschikking van de moeder worden gesteld. De vader heeft zijn rechten opgegeven.
Ik zie geen enkele reden om de vader van het verzoek van de moeder in kennis te stellen. En natuurlijk al helemaal niet om diens toestemming te vragen. De vader heeft zijn rechten immers opgegeven.
Wellicht liggen er persoonlijke gevoeligheden, maar die kent u niet en hoeft u ook niet te kennen en als u ze wel zou kennen zou het niets uitmaken.
Ik zie - menselijkerwijs en juridisch - geen reden om niet aan het verzoek van de moeder tegemoet te komen.
De jurisprudentie over onenigheid tussen nabestaanden over behoud van een asbus is duidelijk: als nabestaande A kiest voor verstrooien en nabestaande B kiest voor bewaren, dan beslist de rechter altijd om de asbus te bewaren. Verstrooien kan later altijd nog.
U vindt het misschien een lastige vraag omdat het zo zou kunnen zijn dat de vroegere rechthebbende zou kunnen protesteren, als hij er van zou horen. Maar wat dan nog? Er is niets op tegen als een andere persoon de nagedachtenis aan dierbare overledenen in stand houdt.
Met vriendelijke groet,
mr W.G.H.M. van der Putten