Wij verzorgen uitvaarten
bekijk de reviews

Overlijden melden: 088 - 848 82 27

Wie heeft recht op as? (Hoe zit het nu precies)

31 augustus 2009

Vraag nummer: 6828 (oude nummer: 13700)

Uit de verschillende vragen over dit onderwerp maak ik op dat u stelt dat de opdrachtgever van de crematie en uitvaart ook daadwerkelijk recht heeft op de as. Maakt de hoedanigheid van deze opdrachtgever nog een verschil? In een kort geding werd geoordeeld dat een erfgenaam meer recht heeft op de as dan de opdrachtgever van de crematie die geen erfgenaam was. Daaruit blijkt dat de rechten van de opdrachtgever niet zo ver gaan dat de asbestemming door de opdrachtgever kan worden bepaald. Dit in tegenstelling tot uw adviezen op deze site. Kunt u hier meer duidelijkheid in verschaffen? met vriendelijke groet, Mw. Fasting

Antwoord:

Geachte mevrouw,

Natuurlijk kan ik hier meer duidelijkheid in brengen. Vooral eigenlijk meer nuance.

Ik schrijf nooit - of ik moet me een keer vergissen - dat de opdrachtgever van een crematie recht heeft op de as. Ik schijf dat de opdrachtgever de zeggenschap heeft over de bestemming van de as. Dat is iets anders.
Artikel 18 van de Wet op de lijkbezorging luidt:
"1. In de lijkbezorging wordt voorzien door degene, die het in artikel 11 bedoelde verlof aanvraagt, dan wel door degene, die redelijkerwijze geacht kan worden in diens plaats te zijn getreden. De lijkbezorging geschiedt overeenkomstig de wens of de vermoedelijke wens van de overledene, tenzij dat redelijkerwijs niet gevergd kan worden.
2. Onder lijkbezorging wordt voor de toepassing van deze paragraaf begrepen het geven van bestemming aan de as van een verbrand lijk."

De persoon die voorziet in de lijkbezorging, is de opdrachtgever van de uitvaart. De opdrachtgever kan alleen laten begraven of cremeren, als hij (meestal via de uitvaartondernemer) een verlof tot begraven of cremeren van de gemeente heeft gekregen. Dat verlof wordt genoemd in artikel 11 van de wet; vandaar die verwijzing.
De opdrachtgever wordt geacht niet zijn eigen wens of mening te volgen, maar de wens of vermoedelijke wens van de overledene.
De opdrachtgever van een crematie geeft volgens lid 2 van artikel 11 ook de "bestemming aan de as van een verbrand lijk."
Ik volg dus altijd gewoon de tekst van de wet.

In sommige gevallen maakt de opdrachtgever misbruik van zijn positie. Hij doet iets wat de overledene niet gewild zou hebben of wat onredelijk is.
Dat zijn de gevallen waarin andere nabestaanden de hulp van de rechter in kunnen roepen. In een kort geding of in een gewone rechtszaak. En dan kan het zijn dat de rechter iets anders beslist dan de opdrachtgever. Dat wil niet zeggen dat de wet fout is, maar dat het in individuele gevallen afhankelijk van de omstandigheden van het geval, anders kan liggen. Je kunt in een wet nooit regels vastleggen voor alle mogelijke denkbare situaties. Daarom hebben we ook rechtspraak, om in individuele gevallen toch recht te doen, afwijkend van de hoofdregel.

Als ik vragen krijg, kan ik nooit anders dan de hoofdregel aangeven. Ik kan niet beoordelen of er wellicht redenen zijn om iemand anders dan de opdrachtgever (de zeggenschap over) de as te geven. Ook als een crematoriumhouder een vraag stelt, noem ik de hoofdregel. Een crematoriumhouder is niet geroepen om te gaan afwegen of wellicht iemand anders in dit geval de as zou moeten hebben. Daar is de rechter voor. Een crematoriumhouder is geen rechter, hoort niet alle partijen, heeft ook niet alle onderliggende stukken zoals advocaten die in een rechtszaak verzamelen en indienen, etc. En ik krijg in deze adviesrubriek natuurlijk altijd ook maar een kant van de zaak te horen.

Het is zeker niet zo dat een erfgenaam per definitie meer recht heeft op as dan de opdrachtgever van een crematie.
Ik geef maar eens een praktijkvoorbeeld. Stel een man, Jan, is 80 jaar en komt te overlijden. Jan is 40 jaar geleden weduwnaar geworden en is 30 jaar geleden gaan samenwonen met Anneke. Jan en Anneke zijn nooit getrouwd en geen geregistreerd partner geworden; Jan heeft geen testament gemaakt. Jan heeft uit zijn eerste huwelijk een zoon, Karel. Met Karel heeft Jan 25 jaar geleden een forse ruzie gehad en sindsdien heeft hij hem nooit meer gezien. Anneke regelt de crematie en heeft Karel niet uitgenodigd, want ze heeft geen flauw idee waar hij tegenwoordig woont. Jan heeft vroeger alleen gezegd dat hij gecremeerd wilde worden en niet wat er met de as moest gebeuren.
Stel dat Karel na de crematie plotseling opduikt en de as opeist. Wat dan? Karel is namelijk wel (enig) erfgenaam van zijn vader Jan. Als Anneke niet getrouwd is geweest met Jan, geen geregistreerd partner is en zij niet bij testament tot erfgenaam benoemd is, is Anneke geen erfgenaam. Moet Anneke de as afgeven? Iedereen, nou ja bijna iedereen, zal op zijn klompen aanvoelen dat als er 25 jaar geen contact tussen ouder en kind was, dat het vreemd is om dat kind dan de as te geven. En als Jan en Anneke 30 jaar samen woonden, hadden zij blijkbaar een stabiele relatie. Menig echtpaar houdt het zo lang niet uit. Op het eerste gezicht is er daarom geen reden om de as aan de erfgenaam Karel te geven in plaats van dat opdrachtgever Anneke deze mag houden.

Het probleem met jurisprudentie is dat het erg moeilijk is om er algemene regels uit te halen. Een rechter houdt zich zelden of nooit bezig met de vraag wat een nieuwe of verbeterde algemene regel zou moeten zijn, maar alleen met de vraag wat hij in dit concrete geval redelijk en juist zou vinden. Men heeft er alleen houvast aan, in precies gelijke gevallen. Maar ook rechterlijk werk is mensenwerk en daarom is er een kans dat een andere rechter in zo'n (ver)gelijk(baar) geval anders beslist.

Alles heeft voordelen en nadelen. Een voordeel van wisselende jurisprudentie is dat men soms toch een kans heeft een zaak te winnen, ook al zouden veel advocaten de zaak zwak vinden. Maar ook een sterke zaak kan men soms verliezen.

In de praktijk kunnen crematoriumhouders en anderen die bij dergelijke kwesties betrokken zijn, niet anders doen dan de gebruikelijke regel hanteren. En dan maar afwachten of iemand een rechtszaak begint en of daar anders in wordt beslist.

Met vriendelijke groet,

mr W.G.H.M. van der Putten

Print deze pagina

Spelregels

Stel zelf een vraag

Wel verplicht, maar
wordt niet gepubliceerd.

×

Spelregels

  • U kunt een vraag intypen; het antwoord staat binnen 48 uur onder de vraag.
  • De service staat open voor particulieren en voor instellingen, ondernemers en begraafplaatsen die relatie zijn van Uitvaart.nl, Juridisch Adviesbureau Van der Putten of Grafzorg Nederland.
  • Een vraag moet een algemeen karakter hebben. Bijvoorbeeld: "Moet ik een uitvaartondernemer inschakelen ", "Mag een asbus worden begraven", "Mag een begraafplaats kosten voor onderhoud rekenen ", "Mag een lijk in een ambulance worden vervoerd ".
  • Vragen die betrekking hebben op individuele situaties (bijvoorbeeld: "Ik verschil van mening met de begraafplaats over de rechten op een graf ") kunnen niet worden behandeld, omdat voor een juist antwoord veel gegevens over feiten en omstandigheden nodig zijn. Voor dergelijke individuele vragen kunt u - vrijblijvend - bij juridisch adviesbureau Van der Putten terecht.
  • Zowel de vraag als het antwoord zijn openbaar.
  • Uw vragen worden serieus en zorgvuldig behandeld, maar uitvaart.nl en mr. Van der Putten aanvaarden geen aansprakelijkheid voor onjuiste toepassingen en gevolgen.

Heeft u op dit moment een uitvaartondernemer nodig?

Bel nu: 088 605 1219 Dag en nacht bereikbaar Nee, ga verder