Weigering op crematie van vader; kan worden nagegaan wat met de as is gebeurd? (Ja)
13 november 2002
Vraag nummer: 1518 (oude nummer: 1879)
Wed, 13 Nov 2002 21:33
Hallo,
IK heb een vraag die een kennis aan mij stelde.
Hij werd geweigerd op de crematie van zijn vader.
Zijn stiefmoeder stond het niet toe dat hij aanwezig zou zijn.
Vader is gecremeerd en zoon heeft gevraagd na de crematie wat er met de as gebeurd is.
De beheerder van het crematorium wilde alleen zeggen dat het voor een jaar in de algemene nis bleef staan voor een periode van een jaar.
Het jaar is nu verstreken maar hij zou graag willen weten wat er met de as is gebeurd.
Heeft hij recht om te weten wat met de as is gebeurd en indien het nog niet verstrooid is heeft hij dan ook nog recht van spreken voor wat betreft de as bestemming???
Zijn stiefmoeder heeft in het verleden opdracht gegeven de uitvaart uit te voeren, daar de onderlinge verstandhouding niet oke is zijn er problemen ontstaan.
Alvast bedant voor het beantwoorden van de vragen.
vriendelijke groeten, m.vos
Antwoord:
Geachte heer of mevrouw Vos,
Ja, de persoon die een crematie regelt, heeft het recht om opdracht te geven bepaalde personen niet toe te laten. Zie andere vragen en antwoorden in de sub-rubriek Uitvaartplechtigheid.
Dat is voor betrokkene natuurlijk erg naar. Maar het is niet alleen de schuld van de stiefmoeder. Als de verhouding met de stiefmoeder slecht was, maar met de vader goed, had de vader in een testament of codicil voor de zekerheid kunnen vastleggen dat de zaak wel op de uitvaart had kunnen komen. Dan had hij aan betrouwebare neutrale personen een afschrift van dat testament of codicil moeten geven, om er voor te zorgen dat er daadwerkelijk iets mee gedaan werd op het moment van overlijden. Want bijvoorbeeld een testament wordt maar al te vaak pas ná een uitvaart geopend. Voor mij onbegrijpelijk omdat het testament vaak bedoeld is om juist dingen voor de uitvaart te regelen, maar het is wel praktijk.
De zoon heeft geen inspraak in de asbestemming. Zoals u in vele andere antwoorden en vragen over asbestemming kunt lezen, is de persoon die de crematie liet verzorgen ook de persoon aan die de wetgever het recht geeft om - met inachtneming van de wens van de overledene - te bepalen wat er mee gebeurt.
In uitzonderlijke gevallen hebben derden wel een bepaalde mate van zeggenschap. De rechter heeft bijvoorbeeld wel eens bepaald dat de as van een overleden kind tussen ouders moest worden verdeeld. En dat, toen onenigheid bestond tussen nabestaanden over het bewaren of verstrooien van de inhoud van een asbus, de rechter koos voor bewaren. gewoon praktisch, omdat verstrooien altijd nog kan, maar het bewaren van verstrooide as niet.
Maar in zulke gevallen moet men ook wel kunnen aantonen dat er een duidelijke band met de overledene was en dat men ook objectief emotionele aanspraken kan maken.
En uw kennis is dan wel een beetje laat. Ten eerste had hij, als hij wist dat hij van zijn stiefmoeder niets te verwachten had, er eigenlijk iets over met zijn vader moeten afspreken. Voorkomen is immers beter dan genezen. En ten tweede, als je hoort dat een asbus een jaar wordt bewaard, moet je in actie komen vóórdat dat jaar om is en niet daarna.
De houder van een crematorium moet echter registeren wat er met de as gebeurt: of die aan iemand is meegegeven, dan wel of hij de as heeft verstrooid, dan wel of de as ergens is bijgezet. Nu is dat geen sluitend systeem om te weten wat er met as is gebeurd, omdat nadat de asbus aan iemand is meegegeven, de bus zowel thuis kan worden bewaard, alsnog ergens kan worden bijgezet in een columbarium, urnengraf of gewoon graf, dan wel de inhoud alsnog kan worden verstrooid. Maar als geregistreerd is dat de as op het strooiveld van het crematorium is verstrooid, of op zee, dan weet je dat tenminste.
En, nu komt het: het register dat de houder van het crematorium moet bijhouden is openbaar. Dat is geregeld in artikel 50 van de Wet op de lijkbezorging (Wlb). Dat openbaar-zijn betekent niet dat uw kennis zelf in de administratie van het crematorium mag snuffelen. Maar wél dat de houder aan iedereen die er naar vraagt, moet vertellen wat in dat register staat. De regel van artikel 50 is meer gedetailleerd uitgewerkt in artikel 10, eerste lid, van het Besluit op de lijkbezorging (Blb). En daarin staat dat de houder o.a. moet registreren:
- de bestemming die aan de as is gegeven;
- de naam en het adres van de persoon die de bestemming van de as heeft gegeven;
- de plaats van bestemming van de as;
- in voorkomende gevallen: de naam en het adres van de persoon aan wie de asbus is meegegeven;
- in voorkomende gevallen: de naam en het adres van de houder van het crematorium of van een andere plaats van bijzetting zoals een begraafplaats, waar de asbestemming zal plaatsvinden. Deze houder moet ook weer administreren of de as aldaar is verstrooid of bijgezet.
Kortom: uw kennis kan dus - zonodig met een beroep op artikel 50 Wlb in combinatie met artikel 10 Blb - bij het crematorium navraag doen wat er met de as is gebeurd.
mr W.G.H.M. van der Putten
13 november 2002