Verordening columbarium (wel of geen afdekplaat van de nis)
11 juni 2005
Vraag nummer: 3838 (oude nummer: 6022)
Op een begraafplaats is in de verordening vastgelegd dat een nis in een columbarium na bijzetting van een urn afgesloten dient te worden door een daartoe bestemde afdek(letter)plaat.
Nu is er een nabestaande welke dit juridisch heeft aangevochten , omdat deze een urn wilde plaatsen in een open nis en deze man werd in het gelijk gesteld.
De Gemeente geeft nu te kennen dat voor deze nabestaande een uitzondering zal plaatsvinden, en er werd ons medegedeeld dat indien iemand anders ook kiest voor een urnbijzetting in een open nis, dat deze dit via de gerechtelijke weg moet laten uitzoeken, want de gemeente blijft zich houden aan de destijds opgestelde verordening.
Kan de gemeente dit zomaar bepalen of is de rechterlijke uitspraak bindend voor toekomstige urnbijzettingen (in hetzelfde columbarium?
Gaarne uw reactie.
Eddy Langenberg
Antwoord:
Geachte heer,
Het is wat moeilijk om op dit vraag antwoord te geven, omdat ik eerst precies moet weten op welke manier een nabestaande juridisch heeft aangevochten of een afdekplaat verplicht was of niet.
Ik heb zelf onlangs te maken gehad met een vergelijkbare zaak in een gemeente. Dochters van een overledene wensten de urn van hun vader in een open nis, maar de gemeente wilde ook een plaat aanbrengen. Er was evenwel geen voorschrift in de verordening die dat verplichtte. In een bezwarenprocedure - de voorloper van een echte rechtszaak - werden mijn klanten, de dochters, in het gelijk gesteld.
Als de zaak die u bedoelt vergelijkbaar is en een Awb-commissie of een rechter heeft vastgesteld dat de begraafplaats onterecht een afdek(letter)plaat eiste, kan ieder ander daar ook een beroep op doen. Ik zou dan niet weten waarom alleen voor deze ene persoon een uitzondering is gemaakt. Anderen moeten dan gelijk behandeld worden. Maar misschien is het in 'uw zaak' niet tot een echte bezwarenprocedure of rechtszaak gekomen, maar is het bij de dreiging gebleven en heeft men toch een uitzondering gemaakt. Maar ook dan kunnen anderen een gelijke behandeling eisen, tenzij de regels zijn aangescherpt.
Rechterlijke uitspraken zijn meestal wel, maar niet altijd zonder meer bindend voor toekomstige situaties. Het is echter altijd de vraag of meerdere situaties gelijk zijn.
Het is moeilijk om iets over de precentwerking van iets te zeggen als je (ik) niet het hele dossier heb gezien met de betreffende verordening en de rechterlijke uitspraak.
Met vriendelijke groet,
mr W.G.H.M. van der Putten