Wanbetaling door rechthebbende
20 februari 2003
Vraag nummer: 2015 (oude nummer: 2402)
Thu, 20 Feb 2003 11:30
Geachte heer Van der Putten,
Indien door de gemeente een eigen graf wordt uitgegeven (een uitsluitend recht wordt verleend) voor een periode van 20 jaren wordt eenmalig een recht geheven ogv de Verordening lijkbezorgingsrechten. Als de rechthebbende na de begrafenis niet betaalt dan kan de gemeente tot invordering van het te betalen bedrag overgaan. Kan de gemeente daarnaast binnen de grafrustperiode het grafrecht formeel vervallen verklaren zodat bijbegraven, bijzetting van asbus(sen) en het plaatsen van een grafmonument geweigerd kan worden? En indien een grafmonument reeds geplaatst is, kan het dan verwijderd worden? Een en ander dient dan waarschijnlijk geregeld te worden in de gemeentelijke Beheersverordening. Op welke wijze dient dit geregeld te worden? En binnen welke termijn kan het recht vervallen worden verklaard? Dient de gehele procedure van invordering tot aan de rechter doorlopen te zijn of is wanbetaling op enig moment voldoende? Bij voorbaat hartelijk bedankt voor de beantwoording van mijn vragen. Met vriendelijke groet, Lucy Fellinga.
Antwoord:
Geachte mevrouw,
Ja, de gemeente kan - naast invordering via de daarvoor geldende procedures - binnen de grafrustperiode het grafrecht formeel vervallen verklaren zodat bijbegraven, bijzetting van asbus(sen) en het plaatsen van een grafmonument geweigerd kan worden; en een geplaatst grafmonument (in eerste instantie tijdelijk) verwijderen. Maar... inderdaad alleen indien dit geregeld is in de beheersverordening.
Het VNG-model van een beheersverordening voorziet niet in dergelijke maatregelen. Ik heb enkele weken geleden een model-artikel over het einde van de grafrechten en sanctiebepalingen gemaakt, dat een basis biedt voor het bovenstaande. Dit artikel wordt gepubliceerd in het komende nummer van het vakblad De Begraafplaats, dat in de eerste week van maart verschijnt. Aanleiding voor het artikel (in 2 betekenissen: het verhaal en model-bepalingen) is de risico's van het eigendom van grafstenen. Maar naar mijn opvatting zijn regels nooit compleet zonder het handhaven van die regels en het stellen van sancties. Onder andere op de manier die u aangeeft.
Ik zal onderaan het bedoelde gedeelte van de model-bepaling plaatsen.
In deze bepaling heb ik ook enkele termijnen genoemd. Maar los van de termijnen is het natuurlijk ook zaak om de nodige keren duidelijk te waarschuwen voor de gevolgen van de wanbetaling: eerst een gewone brief sturen met een betalingstermijn; na het verstrijken van de betalingstermijn van bijvoorbeeld een maand een herinnering waarbij wordt gewezen op de consequenties (verval grafrecht, niet mogen bijbegraven, verwijderen monument), en tenslotte een aangetekende brief waarbij de 2e en laatste waarschuwing wordt gegeven. En vervolgens natuurlijk een brief waarin de rechten vervallen worden verklaard. U moet dan eigenlijk in de legesverordening ook een tarief opnemen voor kosten om tijdelijk verwijderde grafmonumenten ergens op te slaan en om ze weer terug te plaatsen. Ik zou daar een maximale termijn van 3 maanden voor aanhouden. Als die 3 maanden dan ook verstreken zijn zonder betaling, kan het monument gewoon weg worden gegooid.
Er dient niet de gehele procedure van invordering tot aan de rechter doorlopen te zijn. Bij gemeenten is dat ook niet nodig, omdat het formeel om belastingen gaat. Er is geen rechterlijk vonnis nodig om te innen. Een vonnis is alleen aan de orde als de belastingplichtige de aanslag - na afwijzing van een bezwaarschrift - aan de belastingrechter wil voorleggen en de belastingrechter meent dat de aanslag ten onrechte is opgelegd. Maar niet de gemeente schakelt de rechter in; dat doet de andere partij.
Bij kerkelijke en andere privaatrechtelijke begraafplaatsen ligt dat anders. Zij kunnen eerst een incassobureau of zo inschakelen, maar moeten uiteindelijk naar de kantonrechter (tegenwoordig een onderdeel van de rechtbank) om een veroordelend vonnis te krijgen.
Met vriendelijke groet,
mr W.G.H.M. van der Putten
21 februari 2003
Hoofdstuk ... Einde van de grafrechten
Artikel ...
1.De grafrechten vervallen:
a. door het verlopen van de termijn;
b. indien de rechthebbende of gebruiker afstand doet van het recht;
c. indien de begraafplaats wordt opgeheven.
2. Het college van burgemeester en wethouders kan de grafrechten vervallen verklaren:
a. indien de betaling van het gebruiksrecht en de onderhoudskosten ten behoeve van de vestiging of een verlenging van het grafrecht - ondanks een aanmaning - niet binnen drie maanden na aanvang van die termijn is geschied;
b. indien de rechthebbende of gebruiker - ondanks een aanmaning - in verzuim blijft een op grond van deze verordening op hem rustende verplichting na te komen of daarmee in strijd handelt;
c. indien de rechthebbende of de gebruiker van een graf is overleden en het recht niet binnen één jaar is overgeschreven.
3. In de gevallen als bedoeld in het eerste lid, onderdelen b en c, en in het tweede lid, vindt geen terugbetaling plaats van een deel van de kosten van het grafrecht, betaalde onderhoudsbijdragen of eventuele andere kosten.