Van eeuwig naar tijdelijk grafrecht
16 december 2002
Vraag nummer: 1866 (oude nummer: 2239)
Mon, 16 Dec 2002 16:38
Grontmij is gevraagd de ruiming van een deel van de oudste begraafplaats in Rxxxxxxxx te begeleiden. Onderzoek naar verordeningen sedert 1826 en besluiten van grafrechten heeft geen enkel aanknopingspunt van verval van rechten opgeleverd. Er is ook geen registratie tot 1989!
Voorstel: aangezien alle rechten bij besluit B&W zijn toegekend, willen wij voorstellen nieuwe verordening in te voeren met als overgangsbepaling dat alle eeuwigdurende rechten worden omgezet in rechten met een verlengingstermijn van 10 jaar (uitgezonderd wellicht de mogelijkheden die de VNG-verordening biedt, welke nog moet worden ingevoerd). Er is immers altijd sprake geweest van een besluit van B&W volgens publiekrecht en het staat B&W vrij om eventueel onder vergoeding van de schade deze om te zetten in een tijdelijk recht. De "schade" is dan beperkt tot een aktie en een afwegingsmoment om de 10 jaar.
PS Indien u van mening bent dat voor een antwoord betaald dient te worden, dan gaarne overleg.
Marc Braaksma, Grontmij, tel: 0592-33 87 32.
Antwoord:
Geachte heer,
Uw voorstel om een nieuwe verordening in te voeren met als overgangsbepaling dat alle eeuwigdurende rechten worden omgezet in rechten met een verlengingstermijn van 10 jaar, is volstrekt onmogelijk. Nou ja, de raad kan die verordening wel vast stellen, maar ik garandeer dat bij de eerste de beste rechtszaak de boel finaal onderuit gehaald wordt.
Het verlenen van het grafrecht is deels publiekrecht (in de 19e eeuw kende men geen publiekrecht, alles was civiel recht. Daarom sprak de wet van 1869 ook van de eigenaar van een graf). De wijze van totstandkoming van de grafrechten is weliswaar in latere jaren publiekrechtelijk, maar het grafrecht zelf is geen vergunning die kan worden ingetrokken. Het grafrecht is een zogenaamd zakelijk recht. Dat dit zakelijk recht (vergelijkbaar met erfpacht, opstal e.d.) zowel civielrechtelijk als publiekrechtelijk kan worden verleend, doet daar niets aan af. Het is een uniek soort recht, mede door de wijze van totstandkoming. Juristen spreken van een ius suis generis, een recht van eigen aard. Het staat B&W zeker NIET vrij om eventueel onder vergoeding van de schade een grafrecht voor onbepaalde tijd om te zetten in een tijdelijk recht
Uitsluitende rechten op een graf, zoals de wettelijke term luidt, kunnen ook niet bij latere verordeningen gewijzigd worden. Wel op details, zoals dat later geen grafkelders worden toegestaan die eerder wel mochten, of nieuwe voorschriften voor de formaten van de grafmonumenten, maar absoluut niet voor wat betreft de lengte van de lopende rechten.
Ik kan me echter nauwelijks voorstellen dat onderzoek naar verordeningen sedert 1826 en besluiten van grafrechten geen enkel aanknopingspunt van verval van rechten oplevert. Dat heb ik tot op heden in mijn praktijk nog nooit gezien.
Maar ik wil de uitdaging wel eens aangaan en de oude verordeningen en besluiten onderzoeken.
Overigens moet ik adviseren om niet klakkeloos een nieuwe verordening volgens het VNG-model vast te stellen. Er staan een paar kleine fouten in (zoals het verlof tot bezorging van de as) en onnodig ingewikkelde, tijd en geld kostende, regelingen bij ruiming van graven. Voorts zou het verstandig zijn om te anticiperen op te verwachten nieuwe wetgeving en de jongste jurisprudentie over grafmonumenten er in te verwerken.
mr W.G.H.M. van der Putten
16 december 2002